314
?6 novembei 1987
ste instantie wel als een aanvaardbare operatie en puur financieel-tech-
nische operatie werd gezien. Er wordt nu niet over beleidsinhoudelijke
zaken gesproken, financieel-technisch kan het, dus vraagt spreker waarom
het nu plotseling niet meer kan.
In eerste instantie was de samenhangsnotitie over de Dreef bedoeld als
een uitvloeisel van de vraag van de kant van sprekers fraktie om een aan
tal projekten die op de Dreef betrekking hadden in onderling verband te
bezien. üe C.D.A.-fraktie maakte de samenhang een stuk breder. Die wil
dat betrekken in het kader van een regionale verkeersproblematiek.
De wethouder zei al dat men dat dan misschien wel verder kan gaan verbre
den naar het mobi1iteitscenario. Wat spreker betreft moet het een con-
creet pragmatisch stuk zijn, die de onderlinge samenhang van de verschil
lende projekten met betrekking tot de Dreef 'inzichtelijk maakt en goed
aangeeft wat voor bedoelingen het college heeft als men praat over dat
groot onderhoudsprojekt.
Het sportcomplex is een vergelijkbaar verhaal. Ten aanzien van het sport
complex regelt men de zaken op managementsniveau en dat zijn inderdaad
aspecten van: kan het schoonmaken wat goedkoper of niet? Spreker vindt
dat inderdaad een zaak van het management en er speelt zich iets af op
beleidsniveau. Waar zijn fraktie zorg om heeft - het is een goede zaak
dat van de zijde van de C.D.A.-fraktie dat nog eens onderstreept is -
is of men er nu van moet uitgaan dat de tekorten zoals men die de afge-
lopen jaren heeft gekend, tot in lengte van jaren de begroting van de
gemeente Heemstede zullen belasten. Zij denkt dat het geen goede zaak
is om dat als uitgangspunt te nemen bij het zoeken naar mogelijkheden
om in de marge dingen te verbeteren. Zij vraagt wat dat betreft toch om
een planmatige aanpak. Dat hoeft wat haar betreft niet een heel diep-
gravend bijna idealogisch getint verhaal te zijn, maar wel een aanpak
die gericht is op een aantal maatregelen die over de loop van een aan-
tal jaren kunnen worden gerealiseerd. In die zin wil zij zich construc-
tief opstellen. Haar constructieve opstelling met betrekking tot de
fitnessruimte was ook met name ingegeven door haar zorg omtrent dat
tekort en omdat men mogelijkheden zag om dat tekort op die manier te
verminderen, alleen uitermate marginaal. Men zoekt naar mogelijkheden
om dat substantieel te doen. Welke kant dat dan uit moet daar wacht zijn
fraktie dan voorstellen van het college van af.
De problemen die sprekers fraktie heeft met de verhoging van het reini-
gingsrecht heeft spreker in zijn beschouwingen nadrukkelijk aangegeven.
Hij gelooft dat het juist is, zoals de wethouder vertelde, dat daarover
in het voorjaar kennelijk een principiële discussie te verwachten is.
Thans ligt er een relatief gezien bescheiden lastenverhoging voor de bur-
gers aan ten grondslag. Een bescheiden bedrag, daar kan men dan op dat
ogenblik twee kanten mee op. De ene kant is: het is een bescheiden be-
drag, dus waarom moet dan vooruitlopend op die discussie dat tarief al
verhoogd worden? De tweede kant is: het is een bescheiden bedrag, waar-
om zou men het niet verhogen? Sprekers fraktie denkt dat het een goede
zaak is om de principiële discussie te voeren over substantiële verho-
ging als die eraan zit te komen van het reinigingsrecht en dat niet te
doen op dit moment waar er sprake is van een relatief bescheiden ver-
hoging van het reinigingsrecht, zeker tegen de achtergrond van de be-
antwoording over de oorzaken daarvan.
De argumenteri die met betrekking tot het reinigingsrecht zijn aange-
kaart door zijn fraktie blijven wat dat betreft wel overeind voor die
toekomstige discussie.
Er is veel gesproken over de onroerend-goedbelasting en de verhoging