332
27 november 1987
Hoe dat zal liggen bij een abri die wat minder publieksgericht is weet
spreker niet. Men zal dat moeten uitproberen, daarvoor zal enige tijd
nodig zijn. De overgebleven abri's zullen weer zoveel mogelijk worden
ingezet; sommige daarvan zijn als ze afgebroken zijn niet ineer herplaats-
baar.
De heer Bleekemolen begrijpt uit het antwoord van de wethouder dat
hij nog geen contact heeft gehad over een eventueel plaatsingsplan met
een leverancier van deze abri. Mij vraagt of dat op redelijk korte tnr-
mijn verwacht kan worden.
Wethouder Baar: "Dat is in mijn toezegging ingebouwd."
De voorzitter: "In Den Haag rijden bussen rond en daarop staat: ge-
niet van het lachen met een pokerface, ga naar het casino in Schevenin-
gen". Zoiets ziet men dan straks waarschijnlijk ook in Heemstede op de
Dreef. Spreker wil daarmee zeggen dat men met dit soort van reclamebil-
jetten niet verrast moet zijn dat men op een gegeven ogenblik de gekste
biljetten ziet hangen.
Wethouder mevrouw Van der Pas: "Misschien kunnen we denken aan recla-
mes op onze reinigingsauto's."
De voorzitter: "Dat kan inderdaad ook".
Vraag 13.
Mevrouw IJsselmuiden vindt dat het hier gaat om een belangrijk ver-
keersaspekt: de ontsluiting van de nieuwe bestemmingsplannen. Zij denkt
dat het er niet om gaat of het in ëën commissie of in een gecombineerde
commissie wordt behandeld, maar dat in een dergelijk stadium, als men
nog in de beslissingsfase is, de verkeersmensen inderdaad kunnen meebe-
slissen.
De heer Divendal is met het college eens dat toch grote voorkeur moet
worden uitgesproken voor behandeling in êên commissie. Pas als het dus-
danig dwingend is dan moet men gaan praten over gecombineerde commissie-
vergaderingen.
De heer Veen kan zich daarbij aansluiten. Hij vindt ook dat het pri-
maat voor de behandeling in de r.o.-commissie ligt en incidenteel, als
de situatie daarvoor rijp is, uitbreiding naar andere commissies.
Wethouder mevrouw Bierman antwoordt dat dit onderwerp in zijn alge-
meenheid uitvoerig de aandacht heeft gehad bij de collegebesprekingen.
Ongetwijfeld denkt de raad aan twee zaken die zich recentelijk hebben
voorgedaan, Groenenhoven en Glip IV. Zij begrijpt dat wel. Anderzijds
kan zij zich met de beste wil van de wereld niet in de nabije toekomst
een vergelijkbaar ander plan voorstellen. Dus in die zin is de vraag
wel begri jpel i jk niaar enigszins academisch.
Vraag 14.
Mevrouw De Zwart kan met de manier waarop het college de Heemsteedse
burgers wi1 betrekken bij het verkeersvei1igheidsplan volledig instem-