Wo 17 december 1987
ARTIKEL 3 HOOGTEMATEN
141
1. Tenzij in hoofdstuk II anders is voorgeschreven geeft
het op de kaart achter een letter of lettercombinatie
ingeschreven eerste arabische cijfer de maximaal toelaatbare
goot- en boeibordhoogte van gebouwen in meters aan, alsmede
de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2. Het op de kaart achter een letter of lettercombinatie
ingeschreven tweede arabische cijfer geeft de maximaal
toelaatbare bouwhoogte van gebouwen in meters aan.
Deze mag slechts worden overschreden door schoorstenen,
antennemasten en andere ondergeschikte bouwdelen, geen
dakkapellen zijnde, welke ten hoogste 20 van de gevel-
breedte en 5 van de oppervlakte van het gebouw mag bedra-
gen.
3. Geen deel van het gebouw waarvan de maximaal toelaat-
bare goothoogte is bepaald mag uitsteken buiten de denkbeel-
dige vlakken, die de betreffende gevels snijden ter hoogte
van de maximum goothoogte en terugvallen onder hoeken van 70
graden met de horizon.
Deze bepaling is niet van toepassing op schoorstenen
antennemasten, ondergeschikte bouwdelen, welke ten hoogste
20 van de gevelbreedte en 5 van de oppervlakte van het
gebouw mag bedragen en dakkapellen.
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het stellen
van nadere eisen ten aanzien van de in lid 3 genoemde
maximale hellingshoek indien zulks noodzakelijk is ter
verkrijging van een zo goed mogelijke aansluiting bij
bebouwing op belendende percelen met dien verstande dat:
a. daardoor de gebruiksmogelijkheden van de te bouwen
dakconstructie niet onevenredig wordt beperkt;
b. de hellingshoek niet wordt teruggebracht tot minder dan
30 graden.
-22-