Wo
17 december 1987
141
HOOFDSTUK II BESTEMMINGENBOUWEN EN GEBRUIK
ARTIKEL 4 WOONDOELEINDEN (W)
1. De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn
bestemd voor woondoeleinden
2. op de in lid 1 bedoelde gronden zijn toelaatbaar:
a. woningen;
b. bijgebouwen;
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
d. tuinen, waaronder begrepen verhardingen.
3 Een woning mag voor ten hoogste 25 procent van het
vloeroppervlak gebruikt worden voor praktijkruimtemet een
maximum van 50 m2
4. De bouwwerkengeen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend
worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en ae
hierna gegeven bepalingen: j
a de bouwhoogte van erfafscheidingen voor resp. achter
naar de weg gekeerde gevel of het verlengde daarvan mag
ten hoogste 1.00 m resp. 1.80 m bedragen,
b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, mag ten hoogste 3.00 m bedragen.
-23-
