Wo
17 december 1987
141
HOOFDSTUK III OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
ARTIKEL 18 VOORTZETTING BESTAAND GEBRUIK
Onbebouwde gronden en bouwwerken die bij het van kracht
worden van het plan in gebruik zijn voor andere doeleinden
dan waarvoor zij blijkens de bestemming ingevolge het plan
mogen worden gebruikt, mogen voor die doeleinden in gebruik
blijven.
ARTIKEL 19 VERANDERING BESTAAND GEBRUIK VAN ONBEBOUWDE
GRONDEN EN VAN BOUWWERKEN
1. Het is verboden het in artikel 18 bedoelde bestaande
gebruik van onbebouwde gronden en van bouwwerken te veran-
deren in een gebruik op een wijze of tot een doel strijdig
met de bij dit plan aan de grond gegeven bestemming, tenzij
in een gebruik dat de strijdigheid met de bestemming niet
vergroot
2. Indien strikte toepassing van het verbod vervat in lid
1 leidt tot niet door dringende redenen te rechtvaardigen
beperkingen van het meest doelmatige gebruik, verlenen
burgemeester en wethouders vrijstelling van dat verbod.
3. Een vrijstelling als bedoeld in lid 2 wordt niet
verleend, dan nadat de Commissie voor Ruimtelijke Ordening
en Volkshuisvesting is gehoord en dan nadat de belangheb-
bende gedurende 14 dagen gelegenheid is geboden om tegen het
voorgenomen andere gebruik schriftelijk bezwaren in te
dienen. Van het voorgenomen andere gebruik en de mogelijk-
heid voor belanghebbenden daartegen schriftelijk bezwaren in
te dienen geven burgemeester en wethouders kennis aan de
eigenaren en gebruikers van de aangrenzende gronden en
bouwwerken, openbare kennis in een of meer dag- of nieuws-
bladen die in de gemeente worden verspreid en op de ge-
bruikelijke wijze.
ARTIKEL 2 0 GEDEELTELIJKE VERNIEUWING OF VERANDERING VAN
BESTA7VNDE BOUWWERKEN
Bestaande bouwwerken, die hetzij door hun bestaan als
zodanig, hetzij door hun afmetingen niet voldoen aan de
bestemmingen van het plan of aan een of meer bepalingen
dezer voorschriften, mogen gedeeltelijk worden vernieuwd of
gedeeltelijk worden veranderd met dien verstande dat:
-40-