Wo
17 december 1987 141
4. BODEM- EN GRONDWATERONDERZOEK
In het gebied waar de nieuwbouw is gesitueerd is een
indicatief bodem- en grondwateronderzoek uitgevoerd.
Het onderzochte terrein heeft een oppervlakte van ongeveer
3,5 haDe maaiveldhoogte bedraagt ca. N.A.P.-0.10 m. Het
peil in de sloten bedroeg ten tijde van het veldwerk N.A.P.-
0.64 m.
Het indicatieve bodem- en grondwateronderzoek is uitgevoerd
in combinatie met een geohydrologisch onderzoek. Daartoe
zijn 15 boringen uitgevoerd die in diepte varieren van 2.20
m tot 5.50 m beneden maaiveld.
In zes van de boorgaten is een peilbuis geplaatst voor het
nemen van grondwatermonstersVan de onderscheiden bodem-
lagen zijn grondmonsters genomen.
Conclusies
Naar aanleiding van het verrichte veld- en laboratoriumon-
derzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden:
Het onderzochte terrein maakt deel uit van het strand-
wallen gebied rond Heemstede. Aan de oostkant bestaat
het gehele profiel uit matig fijn matig kleiarm zand.
In het westelijke gedeelte is onder een 0,70 a 1,40 m
dikke matig fijne humusarme zandlaag een tot 1,40 m
dikke zegge- en rietveenlaag aanwezig. Hieronder
bestaat het profiel uit (sterk) gelaagd matig tot zeer
fijn zand.
Bij de zintuigelijke waarnemingen zijn geen verontrei-
nigingskenmerken gevonden.
Uit de analyseresultaten blijkt, dat in vergelijking
met het toetsingskader van het Ministerie van VROM in
geen enkel geval de B-waarde (criterium voor nader
onderzoek) wordt overschreden. In alle gevallen
bevinden de gevonden concentraties zich rond de A-
waarde referentiewaarde
Op basis van het uitgevoerde onderzoek wordt geconclu-
deerd dat er geen nader milieuonderzoek nodig is.
Uitgaande van de veldwaarnemingen en de analyseresul-
taten zijn er geen milieutechnische beleirmeringen voor
de voorgenomen bouw.
-81-