17 december 1987 141
de toelichting geconstateerde peil van NAP -0.64 kunnen
voorkomen
"De planbeschrijving geeft op geen enkele wijze inzicht in
de aanleghoogte van het toekomstige maaiveld. Een droogleg-
ging van 0.50 m is mijns inziens onvoldoende. Tevens is het
gewenst dat wordt aangegeven hoe het rioleringsstelsel in
principe wordt ingericht (gemengd of gescheiden) en waarnaar
de zogenaamde droogweer-afweer geschiedt".
Het toekomstige maaiveld zal een drooglegging krijgen
van ca. 1.20 m. Ten aanzien van de riolering wordt
uitgegaan van een gemengd systeem wat aangesloten wordt
op het bestaande rioolsysteem van het gebied Linge.
7. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en
Qmstreken.
De Kamer acht het onjuist dat op grond van artikel 5 lid 7
van de voorschriften burgemeester en wethouders vervolgens
aan categorie 1 en 2 bedrijven nog nadere eisen kunnen
stellen met betrekking tot geluidproduktieverkeersaantrek-
kende werking, produktie en verwerking van afvalwater,
alsmede met betrekking tot milieubelastende faktoren in het
algemeen indien dat bedrijf over de benodigde milieu-
vergunningen beschikt.
Naar het oordeel leidt een dergelijke bepaling tot rechtson-
zekerheid.
Gezien de ligging van het bedrijventerrein enerzijds
aan de Herenweg, anderzijds temidden van hoogwaardige
natuur- en landschapsgebiedenis een aantal nadere
toetsingscriteria opgenomen. Zoals uit de toelichting
(pag.5) blijkt kunnen deze nadere eisen slechts gesteld
worden aan de in lid 6 middels vrijstelling toegelaten
categorie 3 en 4 bedrijven welke gelijkwaardig zijn met
categorie 1 of 2. Deze eisen kunnen als voorwaarde aan
de vrijstelling worden gekoppeld zie ook nr.6). Ter
verduidelijking is in lid 7 alsnog een verwijzing naar
de in lid 6 bedoelde vrijstelling opgenomen.
8. Rijksconsulent voor Handel, Ambacht en Diensten in
Noord-Holland.
Opgemerkt wordt dat in artikel 5 (bedrijven) onder bepaalde
voorwaarden vrijstelling verleend kan worden voor vestiging
van bedrijven uit de categorieën 3 en 4 van d.e Staat van
Inrichtingen, zonder dat vrijstelling mogelijk is voor niet
in de Staat genoemde bedrijven welke qua hinder gelijkwaar-
dig zijn met de toegestane categorieën. De Rijksconsulent
acht het wenselijk hieraan alsnog tegemoet te komen.
Het betreffende artikel is in deze zin aangepast.
-88-