Wo 17 december 1987 141
15. De Hoofdingenieur-Direkteurtevens Inspecteur van de
Volkshuisvesting
Uit de toelichting blijkt dat de lokatie niet in overeen-
stemming is met het streekplan.
Het is de Inspecteur verder niet duidelijk of het plan wel
binnen de in het streekplan genoemde interpretatie vrijheid
valt
De toelichting is aangepast aan deze opmerkingen en de
opmerkingen van de Direkteur van de Planologische
Dienst van Noord Holland. Hieruit blijkt dat de lokatie
valt binnen de genoemde interpretatie-vrijheid.
Ten aanzien van artikel 3 lid 3 wordt opgemerkt dat de
zinsnede 'de woningen in het zuidelijk deel waar een hogere
nokhoogte is aangegeven'overbodig is nu de maximale
bouwhoogte overal op 9 meter is gesteld.
De opmerking ten aanzien van artikel 3 lid 3 is juist.
Het artikel is dienovereenkomstig aangepast.
Provinciale Planologische Comnissie van Noord-Holland
De commissie heeft geconstateerd dat de gemaakte opmerkingen
in het plan zijn verwerkt of in het algemeen voldoende zijn
weerlegd. Niettemin zag (ziet) de commissie de voorschrif-
ten/toelichting op een aantal punten gecorrigeerd dan wel
aangepast
Artikel 1, lid 2.
Het eerste cijfer van het tekeningnummer dient te vervallen.
Artikel 5, lid 6.
In de toelichting ontbreekt een motivering waarom vrijstel-
ling kan worden verleend voor twee categorieën hoger
ingedeelde bedrijven.
Artikel 5. lid 7.
Krachtens artikel 15, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening kunnen aan een vrijstelling voorwaarden worden
verbonden ter bescherming van belangen waaraan vrijstelling
wordt verleend. Het is naar de mening van de commissie niet
noodzakelijk om deze voorwaarden (u spreekt ten onrechte van
"nadere eisen"in de voorschriften van een bestemmingsplan
op te nemen. Handhaving van de bepaling is overigens accoord
mits "nadere eisen" wordt gewijzigd in "voorwaarden"
Tenslotte is geconstateerd dat de meest zuidelijke bebouw-
ingsstrook ten opzichte van een waterloop, conform uw
toezegging, op de plankaart nog niet naar het noorden is
opgeschoven. De commissie vertrouwt erop dat dit zal zijn
geschied bij de vaststelling van het plan. Voor het overige
geven de bescheiden geen aanleiding tot het maken van
opmerkingen
-90-