Wo
17 december 1987
- 2 -
141
De heer Cornelis antwoordt dat het nieuwe plan zich goed leent voor inrichting
als woonerf, zoals Merlenhoven en het projekt Hlekersvaart
De ontsluiting naar de Linge zal uitsluitend dienst doen als noodontsluiting in
geval van kalamiteiten
Voor de parkeerkapaciteit is uitgegaan van een norm van 1,4, waarbij rekening
is gehouden met het gebruik van garages en parkeren op eigen erf.
De heer V.d. Brink voorziet verkeerstechnische problemen op de hoek Schielaan-
Merwedeplantsoen
De heer Cornelis merkt op dat het in de spits om ca. 70 auto's zal gaan. Dit
aantal kan door de aangegeven route opgevangen worden. Bezien zal worden hoe de
onduidelijke situatie bij het Merwedeplantsoen verbeterd kan worden, evenals
een aanpassing bij de uitmonding op de Rijnlaan.
De heer Bleeker betwijfelt of er aan de huidige situatie veel te verbeteren valt.
De heer Cornelis antwoordt dat de gemeente dit bepaald niet ziet als een zaak
van ondergeschikt belang; doch dat dit alle aandacht heeft en zeker nog aan de
orde komt
De heer V.d. Geest zegt dat de uitvoegstrook op de Herenweg voor verkeer uit de
richting Haarlem veel te kort zal zijn en dat de ontsluiting van het plangebied
meer in oostelijke richting opgeschoven zou moeten worden.
De heer Cornells voorziet geen probleem met de uitvoegstrook
Met betrekking tot de situering van de ontsluitingsweg merkt de heer Van Vlijmen
op, dat deze binnen het beschikbare terrein zoveel als mogelijk is in oostelijke
richting is geprojekteerd.
De heer V.d. Brink vraagt waarom een brug en pad naar de Eemlaan geprojekteerd zijn.
Hij verwacht een toename van voetgangers en wielrijders op de Eemlaan, hetgeen
z.i. een voet- en fietspad noodzakelijk maakt.
De heer Van Langen wijst er op, dat met name voor voetgangers de integratie van
een nieuw woongebied met de bestaande wijk zinvol is. De geprojekteerde brug
is één van de mogelijkheden om die integratie te bereiken.
De heer Cornelis zegt dat het om geringe aantallen voetgangers zal gaan; bij de
verdere ontwikkeling van de plannen zal hiernaar nog gekeken worden.
De heer Van Cleeff doet de suggestie om de afronding van de uitmonding op de
Schlelaan iets op te schuiven, waarop de heer Cornelis antwoordt dat deze
suggestle zal worden bezien.
Mevrouw Van Cleeff informeert naar de aard van de groenvoorzieningen (laag en
groenblijvend Zij wijst er voorts op dat de sloot langs de tuinen van de
Eemlaan voor de helft eigendom is van de bewoners.
De heer Van Langen antwoordt dat een inrichtingsplan nog opgesteld moet worden.
Mevrouw Rosendal merkt op, dat er aan de zijde van de Linge geen groenstrook
langs het water is getekend, waardoor de bewoners daar minder vrij koraen te
zitten.
-93-