399
17 december 1987
als het onuitvoerbaar is en men moet het ook niet doen als het de belan-
gen van de volkshuisvesting schaadt.
în het raadsvoorstel blijkt een meerderheid van het college het laatste
punt aan te grijpen om alsnog het inkomenscriterium weer ongedaan te ma-
ken. Er worden twee argumenten voor opgevoerd. In het raadsvoorstel staat
dat 40% van het aantal potentiële aanvragers afvalt vanwege het genoemde
criterium. Tweede punt: van uitputting van dat bedrag zal in 1987 geen
sprake zijn.
Tijdens de commissiebehandeling over dit onderwerp bleken de genoemde
cijfers in het raadsvoorstel niet te kloppen. In de discussie bleek dat
dit jaar evenveel aanvragen gehonoreerd zijn als vorig jaar. Het is dus
niet zo dat er minder aanvragen nu van mensen zouden zijn gehonoreerd.
Een ander punt is dat van de 75.000,-- die onbesteed zou zijn, nu on-
geveer nog zo'n 30.000,over is, terwijl er nog 8 aanvragen in be-
handeling zijn. De conclusie van sprekers fraktie is dat de regeling ze-
ker uitvoerbaar is. Dat blijkt ook als men kijkt hoe het is uitgevoerd,
dat er voor mensen in alle criteria subsidieverleningen zijn toegepast.
Een andere conclusie is dat gezien het gelijke aantal woningverbeterin-
gen die dit jaar hebben plaatsgevonden, de regeling gebruikt wordt waar-
voor hij bestemd is, namelijk een goed volkshuisvestingsbeleid.
De enige conclusie die spreker kan trekken is dat door de regeling die
men nu hanteert een gering bedrag te weinig wordt uitgegeven dan men zou
kunnen doen. In de commissievergadering is ook geprobeerd andere argumen-
ten erbij te betrekken. Sprekers fraktie had de indruk dat in de commis-
sievergadering de argumentatie niet altijd even duidelijk was. Inzet van
de fraktie is natuurlijk te trachten het bedrag dat daarvoor beschikbaar
is ook te besteden; het gaat om het volkshuisvestingsbeleid.
Op vragen of bijvoorbeeld de normbedragen verhoogd kunnen worden om te
zorgen dat men geen groot bedrag overhoudt werd geantwoord dat dit weer
niet kan, omdat anders het bedrag te snel op is waardoor men misschien
lagere aanvragen niet meer in behandeling kan nemen. Even later blijkt
in de commissiebehandeling dat als men een verzoek daartoe doet, zelfs
in de loop van het volgend jaar van de provincie nog meer geld kan wor-
den verkregen. Ook op andere vragen, die te maken hebben met het voor-
stel van de meerderheid van het college, kreeg zijn fraktie geen duide-
lijke antwoorden, zoals op de vraag of er een overzicht te geven is
waarom aanvragen niet gehonoreerd worden. In de hele administratie zoals
die dit jaar is gevoerd blijken dit soort vragen moeilijk te beantwoor-
den. Daar heeft zij op zich begrip voor, zeker ook als men weet dat er
een onderzoek is geweest van de Katholieke Universiteit van Brabant over
dit punt, waarbij een aantal mogelijkheden worden genoemd voor richtlij-
nen waardoor men wat systematischer die hele subsidieverordening stads-
en dorpsvernieuwing kan bijhouden. Dat vindt sprekers fraktie een goede
zaak. Graag heeft zij volgend jaar een wat beter overzicht als men wil
weten of ook de wijze van besluitvorming juist is geweest.
Afrondend zal het duidelijk zijn dat zijn fraktie als doel heeft het in-
komenscriterium te handhaven, maar tegelijkertijd als doel ook het bud-
get dat hiervoor beschikbaar is goed te gebruiken en als het mogelijk is
dat daarvoor meer geld beschikbaar komt dat ook te gebruiken. Dat laat-
ste kan men doen door die normen te gaan verhogen. De vraag is dan of
men dat nu moet doen in de verschillende posten die allemaal genoemd
worden in het voorstelde geriefsverbeteringen, de technische verbete-
ringen of de isolatieverbeteringen.
Op zich gezien vindt zijn fraktie het een juiste zaak als het college
ook in die richting zou willen denken. Met name denkt zij dan aan de pun-