APZ
25 februari 1988
26
ARTIKEL 4
De burgemeester beslist binnen drie maanden na de datum waarop hij de
aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan
eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden verdaagd.
ARTIKEL 5
1. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 3 gestelde
eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld
binnen twee weken, nadat hem dit is medegedeeld, aanvraag aan te
vullen of te verbeteren.
2. Indien de vergunningaanvrager van de in het voorgaande lid bedoelde
gelegenheid geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvrager in
zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.
ARTIKEL 6
1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de onder-
nemer en is niet overdraagbaar.
2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.
3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze
hebben in elk geval betrekking op:
a. de sluitingstijden van de speelautomatenhal
b. het toezicht in de speelautomatenhal
c. het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;
d. de exploitatie van de hal.
ARTIKEL 7
1. De vergunning wordt geweigerd, indien:
a. het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomaten-
hallen is verleend;
- 3