APZ 25 februari 1988 26
ARTIKEL 11
Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dit
artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
ARTIKEL 12
De opsporing van de in artikel 11 strafbaar gestelde feiten is, behalve
aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde op-
sporingsambtenarenopgedragen aan hen die door burgemeester en wet-
houders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast,
ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
ARTIKEL 13
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze
verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde
de speelautomatenhaldesnoods tegen de wil van de rechthebbende of
gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:
a. die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de
uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of
krachtens deze verordening;
b. die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toe-
zicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;
cen voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen
van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
ARTIKEL 14
1. Vergunningen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn
verleend voor het exploiteren van een speelautomatenhal blijven van
kracht totdat op een aanvrage, ingevolge artikel 2 van deze verorde-
ning, is beslist.