31 maart 1988 29 b. indien de te treffen voorzieningen niet sober en doelmatig zijn; c. indien de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden in eedelijke verhouding te staan tot het te bereiken kwaliteits- niveau na de verbetering. 4. Burgemeester en wethouders wijzen een aanvraag om geldelijke steun bovendien af: a. indien en voorzover de geraamde kosten van de te treffen voorzie- ningen per woning hoger zijn dan de kosten van vergelijkbare nieuwbouw, zoals die door de minister voor de betrokken locatie binnen de gemeente zijn vastgesteld; b. indien de geraamde kosten van de voorzieningen per woning minder bedragen dan 5.000, c. indien het plan betrekking heeft op een woning die is gereedge- komen in ëén van de 15 kalenderjaren die direct voorafgaan aan het tijdstip van indiening van het plan; d. indien voor de woning in ëën van de 15 kaienderjaren die direct voorafgaan aan het tijdstip van indiening van het plan, gelde- lijke steun voor het treffen van voorzieningen op grond van de rijksregeling is verleend; e. indien eerder in hetzelfde kalenderjaar waarin het plan is inge- diend, voor dezelfde woning een plan is ingediend; f. indien ten tijde van de aanvraag reeds een begin met de werkzaam- heden is gemaakt, tenzij met toestemming van burgemeester en wet- houders met het oog op de bouwkundige staat; g. indien de opgegeven huurprijs na verbetering niet is berekend overeenkomstig het bepaalde bij of krachtcns de Huurprijzenwet woonruimte. Burgemeester en wethouders verlenen geldelijke steun voor het tref- fen van voorzieningen aan huurwoningen met inachtneming van de vol- gende voorschriften en bepalingen: a. binnen zes maanden na verlening van de geldelijke steun dient een begin gemaakt te zijn met de werkzaamheden; b. de werkzaamheden dienen binnen een door burgemeester en wethou- ders te stellen termijn voltooid en aan burgemeester en wethou- ders gereedgemeld te zijn;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1988 | | pagina 9