31 niaart 1988 81
keiharde randvoorwaarde is als het gaat om de mate dat het heel goed moet
gebeuren, want anders is zoiets gedoemd te mislukken. En daar wordt ook
zorgvuldig aandacht aari besteed. De heer Van der Zwaag heeft ook gewezen
op de voortvarendheid; die voortvarendheid kan ook inderdaad alleen maar
als het ook binnen de organisatie gedragen wordt, anders is men op de
verkeerde weg. Het college heeft de overtuiging dat dit nu goed gebeurt.
Dat geldt ook voor de belasting van het bureau planning en automatise-
ring, waar vanuit deze voorstellen gedaan worden.
In de stukken treft men ook projekten aari die betrekking hebben op het
H.i.-gebruik binnen de organisatie. Dat vraagt ook opleiding en beqelei-
ding, maar uiteindelijk is het doel van die automatiseringsprojekten een
efficientere werkwijze en dat is een onderdeel van het P.E.P.-proqramma
waarvan allen vinden dat het een goede zaak is dat dit in deze organisa-
tie vorin gaat krijgen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Samenwerkingsovereenkomst openbaar vervoer aqqlomeratip Haarlem
(volgnr. 35)
inoo8^r°UW /^sse]mu1den merkt op dat de wet personenvervoer op 1 januari
1988 in werking îs getreden en nu reeds ligt dit voorstel ter tafel
sanienwerkingsovereenkomst waarbij Haarlem centrum-gemeente is, maar
waarbij vooral de wijze waarop het vervoer in deze regio wordt qereqeld
gewaarborgd îs. Allen hebben zo vaak gewenst dat er een platform zou ko-
men om over het openbaar vervoer te overleggen en zij denkt dat deze
sneile înwerkingtreding een gevolg geven is aan de wensen van de raad en
daar brengt zij haar dank voor.
De heër Van t Hof zegt dat de wet mogelijkheden biedt om bestuurlij-
e" fmanciele verantwoordel i jkheid te gaan dragen. De vraag is dan of
men dat wil. En die vraag beantwoordt de gemeente positief, omdat het
meer mogelijkheden geeft om de zaak te beïnvloeden. Haarlem is weliswaar
de spi1 van het geheelmaar artikel 4 van de overeenkomst geeft toch
enig vertrouwen. Waarbij men dan wel zou kunnen opmerken dat het redeliik
voorzichtig is geformuleerd. Het uitgangspunt is het streven naar een
stelsel van openbaar vervoersvoorzieningen die het meest beantwoord aan
de beleidswensen. Verder staat in artikel 4 dat als uitgangspunt geldt
dat de gemeentën gd i jkwaardigt? partijen zijn. Nu kan men daar een lich-
te twijfel bij uitspreken als het gaat om de centrum-funktie van Haarlem
Maar men zit met elkaar om de tafel en men kan als het allemaal meezit
de zaak enigszins beïnvloeden. Heemstede heeft nog wel wat wensen over
de lijnvoering. Er zijn betere dwarsverbindingen nodig en er is een be-
tere bereikbaarheid van het station Heemstede-Aerdenhout nodig, want noq
steeds geldt voor teveel mensen dat het station Haarlem het aankomst- en
vertrekstation is om met openbaar vervoer verder te reizen c.q. teruq
te keren naar Heemstede. Dat kost tijd en dat kost ook strippen. De Glip
heeft aardige verbindingen in de lengte-richting, maar ook van de Glip
naar het station Heemstede-Aerdenhout is een bijna onmogelijkheid.
Niet direct tot dit onderwerp behorend maar toch wel een relatie daar-
mee hebbend is de frequentie-teruggang binnenkort van de lijnen 1 en 3.
1n een Jd dat men het openbaar vervoer juist wil bevorderen dat
men mensen uit de auto wil halen, zijn dit toch enigszins tegenstriidi-
ge bewegingen. Juist voor dat openbaar vervoer geldt dat het qoedkoop
en gemakkelijk moet zijn, want dan heeft men de sleutel in handen om