98
28 april 1988
schoorsteen gaat en omdat het de enige schoorsteen van de gemeente zelf
is. Hen moet oppassen dat men iets gaat afbreken, terwijl men nog niet
zeker weet of men de andere schoorsteen zou kunnen behouden. Zeker als
spreker hoort dat ook de andere frakties de gedachte om in dit gebied
een dergelijk bouwwerk te laten staan een goede zaak vinden, moet men
er als raad voor zorgen dat men dan nu geen dingen gaat doen waarmee
men niet meer voor elkaar krijgt wat men wil, namelijk het behouden van
een schoorsteen. Dan moet men uitzoeken of dat ook kan en moet de raad
nu niet in ijltempo om wat voor redenen dan ook deze schoorsteen gaan
slopen.
De heer Bleekemoien merkt voor alle duidelijkheid op dat zijn fraktie
deze schoorsteen niet wil behouden; zij wil wel een initiatief om de an-
dere schoorsteen te behouden ondersteunen.
De heer Divendal betreurt dat de heer Bleekemolen niet iets breder en
ruimer wil denken dan dat spreker meestal van hem gewend is. Een haast
maken met een dergelijke zaak verbaast spreker.
Wethouder Baar begrijpt uit de reacties dat er vanuit de raad geen
voldoende steun is om te overwegen deze schoorsteen te laten bestaan.
De redenen daarvoor heeft ook het college al aangegeven. Dat zijn in de
eerste plaats redenen van financiële aard. In de tweede plaats hebben ze
ook betrekking op de waarde in de toekomst als een zichtbaar element van
het verleden, want zo zichtbaar zal het niet zijn, zeker niet als zo'n
schoorsteen zal worden afgetopt. In de derde plaats is de bereikbaarheid
een punt; deze is toch al moeilijk, maar zal nog moeilijker worden als
zich in de eigendonmen die daar zijn, wijzigingen zullen gaan voltrekken.
Dat is het standpunt dan ook, alles afwegend en daarbij ook betrekkend
het feit dat deze schoorstenen nimmer op welke lijst ook van monumenten
of beeldbepalende gebouwen zijn geplaatst, ook niet binnen de gemeente.
Dat dit nu naar voren komt, daar heeft het college wel begrip voor en
daar wil het ook niet zondermeer aan voorbij gaan. Daaruit is ook de
bereidheid voortgevloeid om te onderzoeken - zonder uit te spreken dat
het ook zal lukken - of de andere schoorsteen, waarvoor de factoren die
spreker noemde niet of in elk geval in veel mindere mate gelden, in de
toekomst een rol zou kunnen spelen.
De voorzitter schorst de vergadering te 21.20 uur en heropent deze
te 21.25 uur.
Wethouder Baar wil zijn betoog nog iets verduidelijken. Hij heeft ge-
zegd dat op geen enkele lijst een schoorsteen is verschenen als monument.
Aan de andere kant wil het college ook niet voorbij gaan aan de discus-
sies die in het verleden zijn gevoerd over de waarde van de Blekersvaart
en over de mogelijkheden om de karakteristieke kanten daarvan nog zoveel
mogelijk in stand te houden. Die discussies hebben ook in het recente
verleden tot de afspraak geleid dat als zich bepaalde ontwikkelingen zou-
den voordoen, dan van geval tot geval onder ogen zou worden gezien, ook
in het licht van die discussies, of er een aanleiding, een mogelijkheid
of een wenselijkheid zou zijn en of het ook betaalbaar zou zijn, om een
betrokken pand of een betrokken bouwwerk in stand te houden. In het licht
van die toezegging doet het college zijn voorstel met betrekking tot de-
ze schoorsteen. Het heeft, gezien de financiële omstandigheden en alle
andere factoren in aanmerking nemend, de zaak afgewogen en is tot de con-