102
28 april 1988
de cie. financiën is gevoerd. Het ontbreken van deze infomiatie maakt
een beoordeling van een financiële bijstelling feitelijk onmogelijk.
Dit is toch geen voorbeeld van de wijze waarop het college in de toe-
komst over de financiële ontwikkelingen in de gemeente met de raad in
gesprek zal gaan. De raad moet door actuele financiële rapportages in
staat worden gesteld een goed inzicht te behouden over het financiële
reilen en zeilen in de gemeente. Dit is eens te meer belangrijk in de-
ze tijd waar we geconfronteerd worden met grote tekorten op onze reke-
ningen. Daarbij hoort ook een goed inzicht in de afstemming van de fi-
nanciële en inhoudelijke planning en de afstemming van die plannen op
de personele capaciteit. Tenminste twee maal per jaar zal voor de raad
inzicht noodzakelijk zijn in deze afstenming. Kan het college dit in-
zicht bij de aangekondigde rapportage in juni a.s. verschaffen?
Het voorjaar dient zich aan. Voor de heer Bleekemolen de tijd voor de
grote schoonmaak. Voor de raad een moment om stil te staan bij de ma-
nier waarop we een aantal plannen voor de toekomst formuleren (op de
zgn. lijst II). In de cie. financiën hebben we plannen gemaakt voor
deze schoonmaak. We hebben nieuwe criteria opgesteld om de wildgroei
op deze lijst in te dammen. Mijn fraktie heeft een voorstel gedaan om
de schoonmaak ook daadwerkelijk ter hand te nemen. Door lijst II kri-
tisch door te lichten op een aantal punten: op de toepassing van de nu
voorgestelde criteria, op het bijstellen van ramingen op de mogelijk-
heid om projekten soberder uit te voeren en op de fasering door die
net genoemde goede afstemming tussen plannen en de benodigde personele
capaciteit. Het college was in meerderheid tegen dit schoonmaakplan
van P.H. Dit gaat misschien langzaam veranderen. In de cie. financiën
en beleidsplanning bleek de portefeui1lehouder van financién ook voor
ons voorstel te zijn. Alleen, hij wilde de schoonmaak een jaartje la-
ter doen en P.H. had niet zo duidelijk moeten aangeven wat voor een
financieel effect daarvan te verwachten is. Duidelijkheid hierover is
gewenst. Daarom de volgende vragen: denkt het college dat de schoning
van lijst II op de punten zoals door ons is aangegeven zinvol is?
Verwacht het college op grond van een dergelijke schoning dat een be-
perking van de financiële lasten a.g.v. lijst II mogelijk is? En is een
indicatie te geven van de omvang daarvan? Is het niet verstandig om dit
inzicht te hebben voordat de begroting 1989 wordt behandeld, teneinde
een niet onnodig beslag te leggen op financiële ruimte?
Een hoop vuil van al die voorjaarsschoonmaak komt in onze riolering te-
recht. Zowel op lijst I als lijst II stelt het college een groot aantal
rioleringsprojekten voor. Als een riolering kapot is dan moet die wor-
den gemaakt. Besluiten over prioriteiten hierbij moeten echter gebaseerd
zijn op informatie uit het onderhanden onderzoek over de staat van onze
riolen. We hebben begrepen dat dit onderzoek vöôr de prioriteitstel1ing
beschikbaar is. Daarnaast zijn de problemen met het vervangen van rio-
lering een landelijk gegeven. Meer gemeenten zitten daar mee. Is het
niet zo dat Heemstede mede moet aandringen op een extra financiële im-
puls van de zijde van het rijk om deze problemen op te lossen. Ook in
financiële zin moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat er
nieuwe goedkopere technieken ter beschikking komen om de rioleringen te
herstellen. Is aan te geven wat de stand van zaken is met die technieken
en of dat ook financiële consequenties kan hebben? AIs deze zaken niet
mogelijk blijken zullen in de toekomst noodzakelijke investeringen ge-
volgen hebben voor de ambities van Heemstede op het gebied van de veelal
în het verlengde uitgevoerde verkeersreconstructies en herinrichtingen.
Een belangrijk aantal heroverwegingsvoorstellen op lijst B gaan gepaard