APZ
26 mei 1988
58 a
lijkse werkzaamheden dan wet de ligging van zijn woning geacht moet
worden niet langer in staat te zijn zijn taak bij de brandweer te
vervullen;
f. onbekwaamheid of ongeschiktheid tot het verrichten van zijn werk-
zaamheden op grond van ziekten of gebreken;
g. onbekwaamheid of ongeschiktheid tot het verrichten van zijn werk-
zaamheden anders dan op grond van ziekten of gebreken.
2. In de in het eerste lid genoemde gevallen wordt, met uitzondering van
het geval bedoeld onder d, het ontslag steeds eervol verleend.
Artikel 60. Expireren tijdelijke aanstelling.
1. De vrijwilliger die tijdelijk is aangesteld voor bepaalde tijd, is
van rechtswege ontslagen op de datum waarop die tijd verstrijkt.
Indien na de datum, bedoeld in de eerste volzin, het dienstverband
feitelijk wordt gehandhaafd zonder dat opnieuw een aanstelling is ver-
leend, wordt de vrijwilliger geacht met ingang van bedoelde datum een
vaste aanstelling te hebben ontvangen.
2. Ontslag op één der gronden genoemd in dit hoofdstuk kan aan de vrij-
williger, als bedoeld in het vorige lid, worden verleend met ingang
van een datum gelegen vöôr de datum waarop hij van rechtswege zou
zijn ontslagen.
H00FDSTUK IX. Overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 61. Inwerkingtreding.
Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening vervalt
de Rechtspositieregeling vrijwi11igers bij de gemeentelijke brandweer,
vastgesteld bij raadsbesluit van 28 november 1974, nr. 158.
Artikel 62. Citeertitel.
Deze verordening, welke kan worden aangehaald als "Rechtspositieregeling
vrijwil1igers bij de gemeentelijke brandweer", treedt in werking met in-
-22-