166
30 juni 1988
de opgetilde woning aan de zijde van dp Blekersvaart. Daar waren ver-
scni 1 lende memngen over. Oe ene fraktie wenst een bredere doorgang,
de andere fraktie wil de woning er uit en nog een fraktie dacht in de
richting van het optillen van 2 woningen. Eigenlijk vroegen de frakties
om nog eens te bekijken in hoeverre de openheid tussen het Res Nova-
plein en de Blekersvaart beter gestalte zou kunnen krijgen dan het in
het p.an had gekregen. Als de heer Divendal en ook de andere sprekers
zeggen dat zij kennis hebben genomen van de argumenten van het college,
w'jst zij erop, dat het hier de notitie betrof die de basis is
geweest waarop het college tot de besluitvorming is gekomen. Daar stonden
de argumenten in; uiteindelijk waren de argumenten die van het college
zelf. Als er gezegd zou worden dat het college niet serieus heeft ge-
keken of geluisterd naar de wens van de frakties, dan bestrijdt spreek-
ster dat. Daar îs uitvoerig over gediskussieerd, maar het college heeft
zich toch op het standpunt gesteld - en dan komt men op het punt dat
smaken nog wel een verschillen - dat de stedebouwkundige uitgangspunten
die ten grondslag liggen aan dit ontwerp gehandhaafd zouden moeten
worden. Daar zaten een aantal duidelijke elementen in, zoals de ver-
hoging van de gevels, de verlenging van een aantal lengtegevels en
daarbij ook het overbouwen van de loop- en rijroutes. Dan kan men
vrager, of het dan zonodig is dat men zich op de kwaliteit van het
binnengebied richt en of de kwaliteit van het buitengebied dan zoveel
minder is. Spreekster durft het nauwelijks hardop te zeggen, want de
bewoners van het buitengebied zouden het niet prettig vinden, maar een
stukje subjectieve interpretatie, waar men toch altijd aan onderhevig is,
gat duidelijk de voorkeur aan en het college wil deze stedebouwkundige
opzet, waarvoor tot nu toe gekozen is, en die als uitgangspunt aan dit
plan ten grondslag ligt, handhaven. En als men dan uitgerekend êën van
de meest wezenlijke elementen eruit zou halen, dan zou men de stede-
bouwkundige opzet, naar de mening van het college, inderdaad schaden
en tekort doen en dat is dan ook de reden geweest dat het heeft be-
sloten hrt plan te handhaven zoals het er îag. Uiteraard hebben daar
00 wat andere argumpnten een rol bij gespeeld. Als men praat over
een tweede woning optillen, dan praat men over een opgetilde woning
met onqevepr in kosten het dubbele van een woning die op de grond
staatafqezien nog van het feit of het in de lucht zweven van 2
eengezinswoningen nu zo aantrekkelijk is. Daar kan men ook vraagte-
kens bij zetten. Ook is gesuggereerd om het fonds Res Novaplein te
gebruiken voor de extra kosten van het weglaten van die ene woning.
Dat had mderdaad gekund, maar aan die diskussie is het college niet
eens toegeknmen, omdat het zich op het standpunt heeft gesteld dat het
dit stedehouwkundig ontwerp gehandhaafd wil zien. Dat is eigenlijk de
basis van het besluit geweest en de andere argumenten hebben daar op
de achterqrnnd eniqp rol bij gespeeld. De procedure bevindt zich in
het stadium dat hnt bouwplan ten behoeve ook van het premie huur-
kontingent inmiddel is ingediend. Het besluit inzake de exploitatie-
overeenknmst uitst.rllen is eigenlijk onmogelijk, want dat betekent dat
de grondruiI niet rot stand kan komen en dat betekent weer dat ook de
bouw niet op korte termijn kan gaan plaatsvinden, terwijl allen er op
uit zijn om zo sncl mogelijk van start te gaan. De heer De Bruijn
heeft nog een vraag gesteld over de huur na de renovatie; die zou
lets lager zijn dan de huur die nu gevraagd gaat worden bij nieuwbouw.
uat fs inderdaad waar, maar men moet zich daarbij dan realiseren dat
men dan zou spreken over woningen van dezelfde schaal als de huidige
womngen. Men praat dan over een renovatie, voorzover mogelijk, van