APZ 21 juli 1988 76 Wijziqinq Artikel 38 1. Zowel het bestuur van de Noordhollandse Bestuursacademie als het bevoegde orgaan van een deelnemer kan aan het algemeen bestuur voor- stellen doen inzake wijziging van deze regeling. 2. Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het dagelijks bestuur van de Noordhol landse Bestuursacadeinie het door het algemeen bestuur vastgestelde voorstel toekomen aan de be- voegde organen van de deelnemers. 3. Een wijziging komt tot stand wanneer de bevoegde organen van ten minste tweederden van het aantal deelnemers daartoe hebben beslo- ten, de Kroon de betreffende besluiten heeft goedgekeurd en is vol- daan aan het bepaalde in artikel 26 van de Wet. Opheffing Artikel 39 1. De regeling wordt opgeheven wanneer de bevoegde organen van ten minste tweederden van het aantal deelnemers daartoe besluiten. 2. De opheffing gaat niet eerder in dan op de dag volgende op die waarop de goedgekeurde besluiten in de in artikel 27 van de Wet bedoelde registers zijn opgenomen. 3. In geval van opheffing van de regeling besluit het algemeen be- stuur tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regelen. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken. 4. Het 1iquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers te delen in de financiële gevolgen van de opheffing. Het wordt door het algemeen bestuur, de bevoegde organen van de deelnemers gehoord, vastgesteld. 5. Het 1iquidatieplan bevat tevens een personeelsplan dat voor zoveel mogelijk voorziet in herplaatsing van het personeel en voor het overige in de financiële gevolgen voor het personeel. 6. Het dagelijks bestuur is belast met de liquidatie. Zo nodig blij- ven de organen van de Noordhol1andse Bestuursacademie ook na het tijdstip van opheffing in functie totdat de liquidatie is voltooid. - 23 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1988 | | pagina 115