5rÄSÎÏ1Äf^*«?rSich.1,l„g.n
WO 21 j u1i 1988 72
ARTIKEL 9 NATUURGEBIED MET AGRARISCH GEBRUIK (NA)
1 oe op de kaart als zodanig aangegeven grondcn zxin
bêstemd voor het behoud en herstel van de aldaar voorkomende
natuurwetenschappelijkelandschappelllke en kultuurhisto
rische waarden alsmede voor agransche doeleinden.
2. op deze gronden zijn in verband met de in lid I
bedoelde bestemming toelaatbaar: i„
a de bedrijfsvoering van agransche bedri]ven, als
bedoeld in artikel 1. lid 11 onder b voor de nader met
op de plankaart aangeduide gronden en lid 11 onder a,
b en c voor de overige gronden; ,f..
b. gebouwen ten behoeve van de onder a. genoemde bedrijfs
voering;
r bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
d verharde wegen, voorzover deze aanwezig zi]n op het
moment dat het ontwerp-bestemmingsplan ter mzage wordt
gelegd;
e. onverharde paden en wegen.
3. De bouwwerken mogen uitsluitend gebouwd worden met
inachtneming van de aanwijzingen op de kaart en de na
I^^gebouwen'mogen^uitsluitend binnen de bebouwingsgrenzen
b buiterî de bebouwingsgrenzen mogen uitsluitend erf- en
hoogste 1.20 m bedragen.
4 Een vrijstelling als bedoeld in artikel I7 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening kan ten aanzien van de
bedoelde gronden niet worden verleend.
5. Met uitzondering van de gevallen ^noemd in lid 7 is
at^Hhe^aanbrlnge^van terreinverhardingen zoals wegen en
b het^aanbrengen van bovengrondse of ondergroninaen-
transport-energie- of telecommunicatieleidingen;
c. het ontginnenbodemverlagen of w TZor-
paaliseren van de gronden met meer dan 0.30 m,
zover de Ontgrondingenwet of krachtens die we
qestelde verordeningen niet van toepassing zi]n,
d het vellen, rooien of verwijderen van de op dem
aronden aanwezige houtige gewassen en andere b^roei
ingen anders dan bij wijze van verzorging vandeze
houtige gewassen en begroeiing, voorzover de Boswet en
29