wo
21 juli 1988
72
leder van hen heeft een afzonderlijk deel in eigendom met de
onderlinge overeenkomst dat zij indien mogelijk Bloemenoord
als êên geheel zullen laten voortbestaan.
In gemeld Koninklijk Besluit wordt bezwaar gemaakt tegen de
oprichting van nieuwe bouwlokaties, doch daarnaast overwogen:
"dat u1t het vorenstaande volgt, dat 1n het oostelijk gedeelte
woonbebouwing slechts aanvaardbaar 1s, voorzover het bestaande
lokaties betreft".
Reklamanten hebben geconstateerd dat instandhouding van Bloemen-
oord alleen dan mogelijk 1s indien nog twee extra bungalows
kunnen worden gebouwd.
Hierbij wordt gedacht aan twee andere plaatsen waar reeds ge-
bouwd is, daarmede geheel handelende in de geest van meergemeld
KB, nl. op de plaats waar thans het zogenaamde Vinkenhuls staat
en ter plaatse van de filtergebouwen.
Niet valt in te zien waarom nu anders dan in het vorige be-
stemmingsplan 1 in plaats van 2 bouwmogelijkheden is opgenomen,
waarbij zelfs met het K.B. van 12-12-83 onvoldoende rekening
wordt gehouden.
Gewezen wordt op de afscheiding en verkaveling van Dennenheuvel
om dat gedeelte van het landgoed te kunnen laten voortbestaan.
Bloemenoord steekt daarbij gunstig af omdat daar geen sprake is
van een visuele verkaveling. Bij de uitvoering van genoemde bouw-
plannen wordt ernaar gestreefd de buitenplaats als geheel in
stand te laten.
In plaats van op de door reklamanten voorgestelde wijze mee te
werken aan behoud van het landgoed, wordt in de toelichting
op het ontwerp-bestemmingsplan het landgoed besproken op een
uitermate onrealistische manier.
Hierbij gaat de gemeente o.m. voorbij aan het feit dat aan het
familiebezit 1n de loop der jaren ingrijpende wijzigingen en
evenzovele verfraaiTngen zijn uitgevoerd.
- 3