wo 21 juli 1988 72 1INLEIDING Het onderhavige bestemmingsplan beslaat voornamelijk een aantal in de gemeente Heemstede aanwezige buitenplaatsen. Deze vormenvooral door de aanwezige beplanting, de hoogteverschillenhet vaak bijzondere karakter van de bebouwing en de aaneengesloten ligging in de gemeente, belangrijke beeldbepalende elementen in een stedelijke omgeving. De buitenplaatsen waarvan in het onderhavige plan sprake is, liggen voornamelijk in de binnenduinzoom van Kennemerland. De hoofdrichting van wegen en bebouwing is het gevolg van de geologische structuur van het landschap. Door zandafzetting vanuit zee ontstonden zandruggen. Deze strandwallen of oude duinen liggen deels onder, deels achter de jonge duinen. In Zuid-Kennemerland komen een tweetal van deze strandwallen met een hoogte tot 10 m N.A.P. voor. Het gebied tussen de strandwallen, de strandvlaktenbestond uit veen dat later voor grote delen met jong duinzand werd overstoven. De bodemstructuur vormde de basis van een landschap dat in de loop van de eeuwen door de menselijke invloed grote veranderingen zou ondergaan. In de eerste eeuwen na de jaartelling werd het land geheel met bos bedekt: strandwallen met beuken- en lindebossen, duinval- leien met eiken-berkenbosde natte strandvlakten met elzen- essenbos. De bebouwing ontstond op de hoger gelegen strand- wallen. De dorpen werden verbonden door wegen die op de rand van de strandwallen lagen (o.m. de Herenweg). Langs deze wegen zijn later de buitenplaatsen aangelegd. De ligging van de buitenplaatsen op de overgang van strand- wallen naar enerzijds strandvlakte en anderzijds het huidigepolderland geeft aan deze gebieden een hoge potentiële landschapsecologische waarde. Juist in deze overgangsgebieden is veel variatie in het milieu aanwezig waardoor vaak gevarieerde en soortenrijke vegetaties zijn ontstaanOp de buitenplaatsen vinden we de overgang van strandwallen naar strandvlakten met de daarbij van nature passende climax vegetaties, hetgeen van betekenis is voor specifieke bosfauna, zoals spechtuil, boomkleverboom- kruipervos en diverse kleinere zoogdieren, zoals eekhoorn, hermelijn en wezel. Op grond van delokatiegebonden faktoren alsmede de aanwezige ruimtelijke opbouw en het gevarieerde grondgebruik wordt aan de gronden behorende tot buitenplaatsen in het algemeen een hoge landschappelijke cultuurhistorische en natuurwetenschappelijke waarde toegekend Voor het grootste gedeelte van de in de gemeente aanwezige^ buitenplaatsen vigeert het bestemmingsplan Natuurgebieden dat op 12 december 1983 door de Kroon gedee1 rd goedgekeurdAan onderdelen werd goedkeur ien voor 42

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1988 | | pagina 42