wo
21 juli 1988
72
en vloeiende ruimtelijke overgangen.
In de zuid-west as van het hoofdgebouw ligt een symmetrische
(barok)tuin met buxushagen.
In de buitenplaats ligt een vijver. Langs de zuid-west grens
loopt een gegraven beek die op de buitenplaats ontspringt.
Op deze buitenplaats zijn een klooster en een categoriaal
verpleegtehuis (ca. 60 bedden) van de Congregatie der
Zusters van de Voorzienigheidgevestigd.
Deze landelijk werkende congregatie ziet zich uit organisa-
torische en bedrijfseconomische overwegingen genoodzaakt tot
centralisatie van haar aktiviteiten over te gaan. Voor deze
centralisatie is het noodzakelijk om de bestaande voorzie-
ningen die op deze buitenplaats zijn gevestigd aan te passen
en uit te breiden.
De uitbreiding betreft voornamelijk het klooster. Hier zal
de huidige capaciteit van 86 plaatsen uitgebreid moeten
worden tot ca. 160 plaatsen. Naast de uitbreiding van het
aantal plaatsen bestaat er behoefte aan een aantal voorzie-
ningen in de ondersteunende sfeer, waaronder recreatie-
ruimte, huiskamers, berging- en opslagmogelijkheden, etc.
welke niet in de bestaande bebouwing kunnen worden gereali-
seerd. Naast de hiervoor omschreven uitbreidingsbehoefte
dienen de bestaande kamers aangepast te worden aan heden-
daagse normen en behoeften.
De uitbreidingswensen maken het noodzakelijk om te komen tot
een uitbreiding van de bestaande bebouwing. De uitbreiding
zal volledig in de bestaande bebouwingsstructuur worden
geïntegreerdgedeeltelijk worden vleugels van het complex
vervangen, vergroot of aangebouwd. De in het plan toegestane
bebouwingsdiepte laat qua maatvoering een economisch
uitvoerbare en organisatorisch wenselijke bebouwing toe.
Tevens wordt de mogelijkheid gegeven om in een gedeelte van
het binnenterrein een lage bebouwing toe te staan. De
bouwhoogte zal niet behoeven te worden vergroot.
Naast de hiervoor genoemde wensen tot uitbreiding van de
bestaande bebouwing dient tevens rekening gehouden te worden
met een beperkte uitbreiding qua funktie: nl. naast de
verzorgingsfunctie voor bejaarden zal Bosbeek ook plaats
moeten kunnen bieden aan de huisvesting van niet bejaarde
religieuzen. Deze functie-uitbreiding heeft echter geen
ruimtelijke gevolgen.
De situering van de uitbreiding is zodanig dat de bestaande
kwaliteiten van de buitenplaats er niet door worden aange-
tast. De bebouwing heeft, overeenkomstig de andere in deze
herziening opgenomen instellingen, de bestemming Maatschap-
pelijke doeleinden gekregen, met voor het gedeelte waarin
het klooster is gevestigd, c.q. kan worden uitgebreid de
subbestemming bejaardenvoorzieningen en voorzieningen voor
religieuzen (Mrb) en voor het gedeelte waarin het verpleeg-
tehuis is gevestigd de subbestemming medische voorzieningen
en voorzieningen voor religieuzen (Mmr). De op de buiten-
plaats aanwezige woningen zijn als zodanig bestemd. De
48