184
21 juli 1988
degelijk getracht om een extra locatie, volgens de richtlijnen op een
bestaande locatie, op te voeren op het bestemmingsplanwaarmee de ge-
meente waarschijnlijk al te ver is gegaan, blijkende uit een reactie
van de P.P.C., die letterlijk zegt: dat die voorgestelde woonlocatie in
strijd is met het Kroonbesluit. Desondanks heeft de gemeente er toch
voor gekozen, omdat zij toch vindt daar goede redenen voor te hebben.
Het is dus zeker niet zo dat het college niet bereid zou zijn geweest
een oplossing te zoeken, hoe gering die ook is geweest in de ogen van
de betrokkenen. Spreekster denkt ook dat het goed is te wijzen op de
ontwikkelingen rond het hele landgoed Dennenheuvelwaarvan een gedeel-
te, mede door medewerking van de gemeente, is verkocht en er een ont-
wikkeling heeft plaatsgevonden. Die medewerking is onder andere door de
gemeente gegeven om het financieel beter haalbaar te maken om Bloemen-
oord te blijven exploiteren. En als men dan kijkt naar de wensen van de
eigenaar van Bloemenoord dan duizelt het spreekster ook wel eens.
Tot vorige week had men te maken met een tweetal bungalows op de plaats
van de filtergebouwen en het Vinkenhuis, waarbij zij herhaalt dat het
niet gaat om bestaande locaties en er bovendien sprake is van een ver-
spreide ligging, maar tijdens de commissie R.O.V. werd een nieuw be-
heersplan gepresenteerd door de bezwaarden. Gezegd moet overigens wor-
den dat dit nieuwe beheersplan niet zo realistisch en ook niet zo nieuw
was, want 2 van de 3 daarop aangegeven locaties, waren locaties die in-
dertijd op het niet goedgekeurde bestemmingsplan reeds waren opgevoerd.
Dus daarvan kan men niet zeggen dat het een realistisch alternatief was.
De locatie vlakbij het Vinkenhuis is aanleiding voor de C.D.A.- en
V.V.D.-frakties om het college nog eens te vragen zich daar nader over
te beraden. Spreekster moet stellen, gezien alle overwegingen van het
Kroonbesluit en hetgeen zij er al eerder over gezegd heeft, dat het col-
lege bij zijn mening blijft dat die locatie niet strookt met de overwe-
gingen zoals verwoord in het K.B. En overigens terzijde het feit dat de
heer Boonstra mededeelde dat het Vinkenhuisje op dit moment op de con-
cept-provinciale monumentenlijst voorkomt. Dat mag zo zijn, het college
heeft ambtelijk vernomen dat er een vrij grote kans is dat het Vinken-
huisje daarvan afgevoerd zal worden. Maar zekerheid bestaat daar nog
niet over, dus op dit moment staat dit er nog steeds op.
De heer Boonstra: "Dat laat onverlet de waarde die het objekt heeft."
Wethouder mevrouw Beets vervolgt dat als men dan stelt nog steeds te
vinden dat het Vinkenhuisje niet past in de overweging van het K.B.,
er eigenlijk maar één mogelijkheid resteert, namelijk zich af te vragen
of men wil handelen in strijd met het K.B. Zij denkt dat dit geen goede
zaak is en dat men daar als gemeentebestuur buitengewoon zorgvuldig mee
zou moeten omgaan, maar zij denkt dat het wel tot de mogelijkheden be-
hoort als er zich andere argumenten zouden voordoen op grond waarvan men
kan stellen dat er nu zo'n totaal andere situatie is ontstaan dat er goe-
de redenen zijn om met dat andere verhaal wellicht een andere beslissing
af te dwingen. Er is wat dat betreft naar de mening van het college wei-
nig veranderd en het ziet dan ook geen reden om tegen het K.B. in te han-
delen.
Dus met alle begrip, want dat bestaat zeker bij het college voor de vraag
van beide frakties, is het toch van oordeel dat het geen goede zaak zou
zijn en dat de gemeente niet in overeenstenming met de regels zou hande-
len als nu besloten zou worden tot een toewijzing van het Vinkenhuis
als bouwlocatie.