209
29 september 1988
er 284 vrijwi11igers zijn betrokken bij het ophouden van die accommoda-
tie, dan is dat nogal wat. Daar wil spreker ook zijn respekt voor uit-
spreken, maar dat vergt toch een gigantische organisatie. De toelichting
in de commissie is heel verhelderend geweest; de zelfwerkzaamheid in de
vereniging is groot, de inzet van de vrijwil1igers is gigantisch en hij
denkt dat de kwaliteit van de organisatie het ook best kan hebben.
Na ampele overwegingen is sprekers fraktie in meerderheid tot de slotsom
gekomen dat zij akkoord kan gaan met het voorstel.
Wethouder mevrouw Beets constateert waardering bij alle frakties; zij
denkt dat zij het wel als zodanig mag samenvatten ten opzichte van het
initiatief zoals dat door SETS/HBC is ingezet. Zij is het ermee eens dat
de constructie SETS/HBC de nodige uitleg behoeft. In de commissie is daar
uitvoerig over gepraat en is één en ander uitgelegd. Dat laat onverlet
dat men zich weleens afvraagt of het allemaal zo ingewikkeld moet.
Spreekster denkt, de vereniging kennende, dat men dat zeer wel overwogen
heeft gedaan en dat men daar goede redenen voor had, zonder dat zij daar-
bij denkt aan wat de heer Van 't Hof oppert in de richting van een finan-
ciële toetsing, zoals hij ook het artikel in de subsidieverordening noemt.
Wat betreft het laatste zinnetje in het raadsvoorstel zegt spreekster dat
dit inderdaad zo is, omdat de tennisvereniging H.B.C. nog 1n oprichting
is en het op dit moment niet mogelijk is de zaak aan hen over te dragen.
Daarom gebeurt dat via SETS in hun richting. Dat is overigens indertijd
ook zo bij Alliance gebeurd, toen daar voor het kunstgrasveld een Stich-
ting Sportvrienden is opgericht; dat was eenzelfde constructie.
Ingewikkeldheden zijn niet een unicum, ook dat is niet de eerste keer
dat het gebeurt; het is blijkbaar zo de beste manier. De heer Van 't Hof
vroeg zich af van wie de noodaccommodatie was. Spreekster denkt dat het
van SETS was. Zij wil dat nog wel navragen, hoewel die accommodatie er
binnen afzienbare tijd niet meer staat zodat het misschien niet zo rele-
vant meer is om het nog na te vragen, maar zij zal de heer Van 't Hof
daarover toch nader in de commissie informeren.
Inzake het recht op toepassing van de verordening zou spreekster min of
meer gesteld hebben dat de vereniging recht heeft op toepassing van die
verordening. Zij is het volstrekt met de heer Van 't Hof eens als deze
zegt, dat krachtens artikel 2 van de verordening er geen sprake van recht
daarop kan zijn; er staat inderdaad uitdrukkelijk dat het college voor
subsidie in aanmerking kan laten komen. Als zij heeft gesproken over recht
dan bedoelt zij dat op grond van het verleden. De subsidieverordening be-
staat al een aantal jaren en in die periode zijn er een aantal aanvragen
geweest voor toepassing van die subsidieverordening en die zijn allen ge-
honoreerd. En zij denkt dat op grond van het hanteren van het beginsel
van gelijkheid er dus een zeker recht bestond voor deze vereniging om
ook in aanmerking te komen voor die subsidie. Dus 1n die zin was haar me-
ning inderdaad dat zij daar recht op hadden.
Met betrekking tot artikel 13 zijn inderdaad buiten beschouwing gelaten
de gedeelten die niet met was- en kleedruimten te maken hebben. Dus het
gedeelte dat verbouwd wordt, het kantinegedeelte, staat hier totaal los
van. Wat betreft de oppervlakte zegt spreekster, dat als men praat over
100 m2, dat uitsluitend betrekking heeft op het gedeelte kantine inclu-
sief de keuken en het daarbij behorende toilet. De totale oppervlakte,
dus inclusief de was- en kleedruimte en de grond van het terras daarom-
heen bedraagt 650 m2. Op de vraag of de parkeerplaatsen binnen de begro-
ting blijven deelt zij mede dat zij een opgave van gemeentewerken heeft
ontvangen en die komt uit op 14.400,