wo
27 oktober 1988
105
ARTIKKL 6 AGRARISCHE DOELEINDEN (Aa)
1. De gronden met de bestemming agrarische doeleinden zijn bestemd voor de
bedrijisvoering van agrarische bedrijven als bedoeld in artikel 1 lid 16
onder a, b en c.
2. Op de in lid 1 bedoelde gronden zijn toelaatbaar:
a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van de in lid 1 genoemde bedrijfsvoering
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
3. De in lid 2 bedoelde gebouwen mogen uitsluitens worden gebouwd binnen
het bouwvlak, met inachtneming van de aanduidingen op de kaart
4. De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen ultsluitend worden gebouwd
met inachtneming van de volgende bepalingen:
a. de bouwhoogte mag op gronden zonder een op de kaart aangegeven be-
bebouwingsvlak ten hoogste 1.20m bedragen;
b. op de overige gronden mag de bou.'hoogte van erfafscheidingen ten
hoogste 180m en van de overige jiouwwerken, geen gebouwen zijnde,
ten hoogste 3.00m bedragen.
5. Een vrijstelling als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening kan ten aanzien van de in iid 1 bedoelde gronden niet worden
verieend
- 16 -