27 oktober 1908
1U5
I)e ligging van liet toekomstige woongebied is zodanig dat het aan drie
zijden wordt omsloten door bestaande bebouwing, boofdzakelijk eenge-
zinswoningen. De vierde zijde wordt gevorin 1 dooi de bosrand van
Mariënheuvel en de open landbouwgronden. 1 lokatie kent derbalve
geen gelsoleerde of op zicbzelf staande 11 ,ging. Aansluitend hierop
dient de nieuw te bouwen woonbuurt gelntegieerd tc worden binnen de
bestaande stedebouwkundige struktuurNaast bebouwings struktuur
vormen ook de lokaties voor de ontsluitingen bierin een belangrijk
onderdeel. De routes naar en door het plangebied dienen funktionele
en visueie relaties met de bestaande omgeving tot stand te brengen.
Daaruit vloeit voort dat tenminste een tweetal ontsiuitingen voor
motorvoertuigen gerealiseerd dient te worden welke bij voorkeur ter
weerszijden van het plangebied zouden moeten zijn gesitueerd.
Met betrekking tot bet Coekomstig woonmilieu moet ervoor zorg gedra-
gen worden dat de bosrand van Mariënheuvel en bet water van de Glip-
perzandvaart het toekomstlg woongebled bij wijze van spreken gaan pe-
netrerenVanuit de gedachte dat wonen aan bet water een extra dimen-
sie toevoegt aan de woonkwaliteitmoet voor die plaatsen in het open-
baar gebied waar het water zichtbaar en bereikbaar is, danwel wordt
overschredeneen uitstraling of verbijzondering uitgaan van deze lo-
katies. De rekreatieve waarde van dergeiijke plekken dient ten volle
benut te worden. Deze mogelijkheden doen zich voor tussen Prinsenlaan
en Glipperzandvaartnabij de Prinsenbrug en langs de bosrand aan de
noordzijde van het gebied.
- 79 -
