WE
25 november 1988
129
wonen van zijn vergaderingen om daarin van hun gevoelen te doen blijken.
Lid 4.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrek-
king van ambtenaar door of vanwege de C.P.A. Kennemerland aangesteld of
daaraan ondergeschikt.
Lid 5.
De artikelen 25, tweede en derde lid, van de gemeentewet, alsmede de ar-
tikelen W1 en W9 van de Kieswet zijn voor zoveel mogelijk van overeen-
komstige toepassing.
Lid 6.
Artikel 20 van de w.g.r. is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6.
Lid 1.
De leden van het algemeen bestuur worden benoemd voor de duur van de
(lopende) zittingsperiode van de gemeenteraad.
Lid 2.
Bij de aanvang van elke zittingsperiode worden ten spoedigste, doch in
elk geval binnen drie maanden, de leden van het algemeen bestuur be-
noemd. Aftredende bestuursleden kunnen opnieuw als lid worden benoemd,
indien is voldaan aan het bepaalde in artikel 5 lid 2.
Lid 3.
Zolang niet is voldaan aan het in het vorige lid bepaalde, blijven de
laatstelijk benoemde leden van het algemeen bestuur, die hadden moeten
aftreden, als zodanig fungeren, totdat de nieuwe bestuursleden zijn be-
noemd.
Lid 4.
Indien tussentijds een plaats van een lid van het algemeen bestuur open-
valt, wordt ten spoedigste, doch in elk geval binnen twee maanden, een
nieuw bestuurslid benoemd, met inachtneming van artikel 5, lid 2.
-6-
