UE
25 noveinber 1988
129
Alvorens de ontwerp-begroting in de vergadering van het aUjemeen bestuur
wordt behandeld, rieemt het dagelijks bestuur, na overleg met tiet orgaan
dat de bezwaren heeft ingediend, daarover een gemotiveerd en voorlopig
standpunt in. Dit standpunt wordt tijdig voor de vergadoring van het al-
gemeer. bestuur waarin de ontwerp-begroting wordt behandeld uan het be-
treffende orgaan en aan de leden van het algemeen bestuur kenbaar ye-
maakt.
Lid 4.
Indien er een niet te verrekenen tekort ontstaat, dan wordt dit over
de gemeenten omgeslagen naar verhouding van het aantal inwoners op
1 januari van het jaar waarop het tekort betrekking heeft. Voor de vast-
stelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door tiet Cen-
traal Bureau voor de Statistiek bekend yemaakte bevolkingsrijiers.
Lid 5.
De begroting wordt door het algemeen bestuur vastyesteld uiterlijk
1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt.
Lid 6.
Nadat deze is vastgesteld, zendt het alyemeen bestuur, indien de vast-
gestelde begroting afwijkt van de ontwerp-begroting een afsciirift van
de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan de in ar-
tikel 5, tweede lid, onder c en d genoemde rechtspersonen
Van de ongewijzigde vaststelling van de begrotinyen wordt aau bovenye-
noemden mededeling gedaan.
Lid 7.
Het dagelijks bestuur zendt de begroting met de eventueel ingediende be-
zwaren terstond na vaststelling naar Gedeputeerde Stateri ter goidkeuririg
Lid 8.
Het bepaalde in het eerste, derde en zesde lid is mede van toepassing
op besluiten tot wijziging van de begroting met uitzondering van de duar
in genoemde data.
-19-
