315
25 november 1988
Vraag 19.
De heer Nawijn wil met enige schroom op deze vraag ingaan, want snii-
belen, verzuimen en het niet nakomen van verplichtingen - het verkeerd
voorzmerade r 1 fw" Het Spijt hem ook dat hl'j de
doet dat ui^tlklnH311 sta?;onomroePer heett moeten toebedelen, maar hij
îeî na 2? J ?c"?MlC5t 'S heî COntact met radl° Smit een aante-
veiing. Z jn fraktie is tevreden met het antwoord en zij denkt dat zo-
lang de directeuren van de basisscholen niet spijbelen of voortiidio de
school verlaten, men zich niet zoveel zorgen hoeft te maken 9
nndnLÎîr Sw1nke1s m1st in het antwo°rd de scholen voor het voortgezet
basis7chol'en!ar probleeffl wat "iJPender 1s dan op de
De heer Huisman meent dat schoolverzuim hoofdzakelijk voorkomt in het
voortgeze onderwijs en het melden van schoolverzuim vanuï? de school
ntis eerp ^htan,t)tenaar ls natuurlijk geen reclame voor de school
steld En6dart9is niet6 sch°o1 verzuim 's het bijzonder slecht ge-
20 H L e? Z0 1n Heemstede' maar dat is in het hele
land zo. Het uitvallen van lessen, het hebben van tussenuren in het
voortgezët onderwigs het systeem van leerlingbegeleidingenzovoort,
zijn allemaal zaken die het schoolverzuim beïnvloeden. Dan heeft hij het
nog n,et over leerlmgen die de eindstreep van het voortgezet onde^ijs
niet halen, wat is daar gebeurd, wat is daar misgegaan? Dat zijn alle-
zaken die bij deze vraag betrokken horen te worden. Tenslotte is er
neer dTeTTT 9e9evensve™erkin9 ffl09eltJk- Spreker vraagt wan-
Delïîkh°neeneneVr0UW Van ?er. Pa? acht de reaktie vanuit de raad begrij-
pelijk De gegevens over de basisscholen zijn wel bekend. Het voortge-
zet onderwijs ,s u,teraard betrokken bij de meldingsplicht vanwege
vaart llooDt^âlhne C?1,ege ?eeft de 1ndruk dat het Heemstede niet zo'n
i alhoewel spreekster n,et kan ontkennen dat het schoolver-
trlrhî în dïe "f? onderw1Js äânzienlijk is. Er wordt dan ook ge-
hef nm 9evallen dat het schoolverzuim die vormen aanneemt dat
het om maatregelen vraagt - door gesprekken met ouders en met de leer-
ling het schoolverzuim terug te dringen.
Vraag 20.
9hr6r "e BruiJn ffleent dat de raad mag aannemen dat in MARAP-I 1989
met de f 6.000,-- rekening zal worden gehouden.
Vraaq 21.
heer De BruiJn merkt op dat de wethouder gisteravond mededelingen
gedaan over het contact dat er geweest is. Daar is hij erkentelijk
voor en ook voor haar toezegging dat er in ieder geval 1 x per jaar con-
„Va z1Jn met het bijzonder voortgezet onderwijs. Dat lijkt de
C.D.A.-fraktie een goede zaak.
De heer Nawijn wil namens zijn fraktie blijk geven van tevredenheid
over het antwoord, waaruit nogmaals overduidelijk blijkt dat het colleqe
met alle vormen van ondenwijs het nodige overleg heeft, zonder onder-