333
25 november 1988
dit op verschi1lende momenten de aandacht heeft van het college.
Zijn fraktie bedoelt eigenlijk meer dat geprobeerd zal moeten worden om
ook concreet bij bepaalde volkshuisvestingssituaties, met name nieuw-
bouwplannen, kleinere projekten, de toekomstige bewoners van die projek-
ten erbij te betrekken. Als bijvoorbeeld in een plan, zoals bij Meer en
Bosch panden geschikt worden gemaakt voor ouderenhuisvesting, dan is
sprekers vraag of het dan mogelijk is de toewijzing al te laten plaats-
vinden in een zodanig vroeg stadium dat ook de toekomstige bewoners be-
trokken kunnen worden bij de planvorming. In zijn algemeenheid geldt dat
verder ook, als men kijkt hoe gebruik wordt gemaakt van de subsidierege-
ling woonconsumentendan is zijn fraktie er ook een voorstandster van
dat meer de direkt betrokkenen die mogelijkheid hebben om dat te doen.
Het gebeurt nog steeds trapsgewijs, de woningbouwverenigingen krijgen
die informatie. Misschien kan dat in het toegezegde overleg, dat de por-
tefeui1lehouder gaat hebben met de woningbouwverenigingen, aan de orde
worden gesteld.
Wethouder mevrouw Beets wil zich over het betrekken van toekomstige
bewoners bij het volkshuisvestingsbeleid beraden; zij heeft daar op voor-
hand niets tegen. Vaak is men een tijd met een plan bezig en dan weet men
met name bij ouderen niet of men op die termijn mensen erbij kan betrek-
ken. Zij zegt toe dat zij dat nader wil onderzoeken. Een directer contact
met bewonersgroepen en wat minder via de woningbouwverenigingenspreek-
ster denkt dat men zich wel moet realiseren dat wat dat betreft ook de
gemeente wel veel kan doen, maar dat daar ook zeer veel werkzaamheden uit
voortvloeien die men misschien kan kanaliseren, maar zij zegt toe dat zij
in het contact met de woningbouwverenigingen deze materie nader zal be-
spreken.
Vraag 46.
De heer De Bruijn vindt de laatste zin van dit antwoord erg passief:
"welwi1lend ontvangen". De vraag is of het college ook zelf gemeentelij-
ke initiatieven kan en wil ontwikkelen zodat, zodra men op het spoor komt
van een gebouw dat zich voor verbouw voor ouderen leent, of een klein
bouwperceel ontdekt dat voor de bouw van ouderenwoningen vooral qua lig-
ging goed geschikt is, er een iets meer actieve benadering van dit pro-
bleem zal zijn.
Wethouder mevrouw Beets heeft gisteravond gesproken over creativiteit,
alert reageren en wat in de komende jaren verwacht zal worden van het ge-
meentebestuur met betrekking tot woningbouwplannen voor jongeren en voor
ouderen. Daar houdt zij zich aan vast.
Vraag 4Z.
De heer De Bruijn merkt op dat in de middelste zin van het antwoord
staa't: theoretisch kunnen ook etagewoningen geschikt gemaakt worden.
Hij vraagt of het college aanleiding ziet ook in dit geval zelf initia-
tieven te ontwikkelen, vooral naar etagewoningen toe. Zo wijst spreker
op de etagewoningen aan de Dr. Schaepmanlaan. Dan kan men in de richting
van de eigenaar initiatief ontwikkelen als men denkt dat er een complex
is dat zich hiervoor leent, om die ook geschikt te maken.
De heer Huisman: "Denkt u ook aan jongeren, invaliden, enzovoort?".
