337
25 novpmber 1988
De Bruijn op het gebied van het automatisch opnemen op lijst II, niet de
ervaring is van sprekers fraktie; haar ervaring is wel dat de toelichting
op lijst II-projekten uitgebreider kan.
Wethouder Baar antwoordt dat dit laatste eigenlijk ook de bedoeling
is. Men zou zich kunnen voorstellen dat bij elk projekt een nota wordt
toegevoegd, maar dat was uiteraard niet de bedoeling.
Vraag 59.
De fraktie van de heer Mulder ziet deze vraag als een verlengstuk
van de lange reeks vragen die aan nummer 59 voorafgaan, maar ook in de
zin, dat dit de enige vraag is waarbij zij de mogelijkheid heeft het
rechtvaardigheidsgevoel van het college te toetsen. Zij is erkentelijk
voor de zeer doorwrochte analyse die het college van het probleem heeft
gegeven. Dat het een ingewikkeld probleem is geweest, leidt spreker af
uit het fout gaan in het concluderen; het college heeft zich namelijk
in de nesten gewerkt door niet de suggestie te volgen van de kilogram-
men en de schofthoogte van de hond, maar door zich te bewegen in de
richting van de kubieke meter inhoud. Het is toch zo dat het college
daarbij een zeer eenvoudige formule hanteert van lengte, breedte en
hoogte, maar spreker is dan bang dat het college een windhond zeer be-
nadeelt ten opzichte van een tekkel. Spreker weet niet of de voorzitter
een kynoloog is, maar het zal duidelijk zijn dat er onder de kop van
een windhond en onder zijn staart en tussen zijn poten meer wind zit
dan het geval is bij de tekkel. Hij stelt dan ook voor dat als het col-
lege deze weg zou willen vervolgen, hij de eenvoudige formule van leng-
te, breedte en hoogte aanpast door een wat ingewikkelder formule, waar-
bij dus ook de ruimte onder kop, staart en tussen de poten wordt betrok-
ken. Bovendien - en dit is ook een probleem waarin het college zich in
de nesten gewerkt heeft - wil het de kubieke meter inhoud omzetten in
een gewicht, dan moet men met het soortelijk gewicht van de hond reke-
'ning houden. En ook daar schijnt het soortelijk gewicht per ras sterk te
diverseren. Als de voorzitter tot het gevraagde gewicht wil komen, dan
vraagt spreker, als het college dit als voornemen zou willen overnemen,
zich voor nader advies te wenden tot de faculteit der diergeneeskunde
te Utrecht. Men zal daar zeker een deskundige ondersteuning vinden om
uit deze problematiek te komen. Toen spreker het antwoord las dacht hij
dat er misschien een eenvoudiger methode is; men zou de vrijwi11igers
waar het college over spreekt, kunnen voorzien van een uister, om ie-
dere hond die zij tegenkomen te wegen. Spreker wil dan wel zover gaan,
dat waar gesproken wordt over secundaire arbeidsvoorwaarden en een on-
gevallenverzekering, het college dan ook die ongevallenverzekering zou
moeten uitstrekken t.ot de honden die aan de ulster zullen worden qewo-
gen.
Tenslotte vraagt spreker of bekend is dat als het college zich daarmee
gaat^bezighouden, het er rekening mee moet houden dat niet alleen inwo-
ners'van Heemstede een sterk forensistische inslag hebben, maar dat dat
ook geldt voor honden, men komt er namelijk zeer veel tegen in de Haar-
lemse Hout en op de Zandvoortse stranden en Heemsteedse honden schijnen
zich ook te bewegen in Vogelenzang. Het is niet de bedoeling van spre-
kers fraktie het college met deze problematiek in verlegenheid te bren-
gen; zij heeft gemeend de analyse van het college te moeten onderbouwen
met wat verdere bouwstenen.