351 BUITENGEWONE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE
HEEMSTEDE OP DONDERDAG 29 NOVEMBER 1988, TE 15.00 UUR
Voorzitter: de heer Jhr. mr. O.R. van den Bosch, burgemeester.
Tegenwoordig zijn de leden: de heren M. Divendal, A.J.M. van 't Hof,
drs R.W.E. van Schalkwijk, H.R. Huisman, E.A. Boonstra en J.F. de
Bruijn, mevrouw H.A.Th.G. IJsselmuiden, de heren A.C.F. Berkelmans,
J.R.A. Nawijn, drs. B.H. Mulder, drs. E. van der Zwaag, drs. A.J.C.
Röllich, mevrouw B.L. de Haze Winkelman-Hoes, de heren H.J.G.
Bleekemolen en N.H. Geels en de wethouders, mevrouw S. van der Pas-
Bouman, de heer drs. S. Baar, mevrouw S.E.A. Noorman-den Uyl en
mevrouw drs. J.R. Beets-Hehewerth.
Secretaris: de heer mr. A. Buiter, l.s.
Afwezig met kennisgeving: mevrouw L.G.W.J. de Zwart-de Gier en ir.
W.J.A.M. Swinkels.
De voorzitter opent de vergadering en leest het ambtsgebed voor.
Voorzitter:" Na 11 jaar Heemstede zwaait dan vandaag Willem Hendrik van
den Hoék af als gemeentesecretaris. De wereld van organisatie-adviseurs
op gemeentelijk managementterrein wacht en lokt. In de snelle doch
consequente carriêrelijn van onze secretaris, wij kunnen het vandaag
met enige trots vermelden, is Heemstede zonder meer het centrale ele-
ment geweest; immers tot nu toe althans, 4 jaar secretaris van Renswoude,
4 jaar De Lier, 11 jaar Heemstede. Het interim-management in Nederland
op het terrein van de gemeentesecretarissen zal straks zijn gemodelleerd
volgens voornamelijk Heemsteedse ervaringen.
Daarom hebben wij allen dan ook onze bijdrage geleverd. Voor enlge zelf-
genoegzaamheid moet ruimte zijn op een dag als van vandaag. Er blijken
in Heemstede eigenlijk veel meer instincten te leven dan men wil doen
voorkomen. Want hoe komt het dat men destijds de volentaire praktijkman,
hij was toen nog niet afgestudeerd, van provinciale snit Van den Hoek
heeft verkozen. De Lier en Renswoude lijken imners geen natuurlijk
voorland voor ons Kennemers voortrekkersland. De "doewereld" van
nijvere tuinders werd ingeruild voor een notitie-vretend en eisend
intellectueel politiek klimaat. Te midden van een landelijk nog
enigszins polariserend politiek geweld, ging Heemstede al nuchter maar
scherp afwegend zijn gang. Daarbij reeds toen voorspellend dat de
leiding die van de raad als hoofd van de gemeente uit zou moeten gaan
niet zou stoppen voor de deur van een gemeentesecretaris. Alles,
maar dan ook alles diende en dient immers te worden geëxpliciteerd
alvorens het in het Kennemer afwegings-smelt-kroes terecht komt.
Hier past v<e 11 icht de aantekening dat in 1977 voor de uitvoeringsfase
in de praktijk van het politieke leven nog niet zoveel belangstel1ing
bestond. A1 stond ook deze fase formeel wel op een enkele fractie-agenda
Wim van den Hoek wist zich zeer snel aan te passen. Het doctoraal
examen in het bestuursrecht werd heel snel gehaald en deze studie had
een capaciteit voor de theoretische onderbouwing van het werk bij hem
duidelijk gemaakt, die in een docentschap aan de bestuursacademie 1n
Zuid- en later Noord-Holland verder werd uitgebouwd. Het was in de
beginjaren nog volop een uitleven van de praatcultuur der 70-er
jaren. Indrukwekkende dossiers over Binnenweg, Indische Wijk, verkeers-
structuurplan I en II fase, vullen nog onze archiefstel1ingen. Hoogst
curieus dat in deze jaren van relatief grote financiële ruimte zoveel
is afgepraat, terwijl de fase van het doen, die erna gelukkig kwam
spoedig belandde in een sfeer van snel teruglopende middelen.