358 De heer Van Thienen: "Het is mij een eer mijnheer de voorzitter aansluitend bij uw woorden van daarnet in deze raad te mogen spreken. Dames en heren, leden van de raad, geachte aanwezige, familieleden en niet in de laatste plaats, beste Wim. Namens de kring van gemeentesecretarissen in Zuid-Kennemerland mag ik enige woorden tot jou spreken. Jij die heel goed weet hoe de verhoudingen binnen die kring geregeld zijn en hoe strak en mooi die geregeld zijn, zul je er niet over verbazen te horen dat de beslissing dat ik dat zou mogen zijn op volstrekt ondemocratische wijze tot stand gekomen is. Volgens een volstrekt niet bestaande lijst ben ik aan de beurt om dat te zijn en dat doet me groot genoegen. Die ondemocratische gewoonten in deze kring overigens, het is goed om juist in deze kring daar eens op te wijzen, is een luxe die alleen zo'n klein gezelschap zich kan veroorloven, en dat moet maar zo blijven ook dacbt ik. Ik beschouw het als een voorrecht beste Wim, om dat te mogen doen'namens de kring, niet zozeer omdât ik vond dât het tijd werd dât je mââr eens opstapte, maar wel omdat het een plezier is om een markant persoon als jij te mogen uitluiden. En dat je een markant persoon bent, mag ik ook uit de woorden van de vorige sprekers toch wel opmaken, waarin diverse zijden van je persoonlijkheid in deze zin duidelijk belicht zijn. Ook binnen de kring van secretarissen is dat een duidelijke zaak geweest, dat vindt mede zijn oorzaken in het feit dat een aantal wat oudere leden van de kring afgelopen jaren het strijdperk hebben geruild voor hun wel verdiende rust, maar dat neemt toch niet weg dat jij inmiddels degene bent die met toch ruimschoots de langste ervaring op dit terrein op geheel eigen wijze je plaats in die kring hebt ingenomen. Een ook die "eigen wijze" sluit weer aan, denk ik, bij datgene wat vorige sprekers over je gezegd hebben. Je hebt altijd de kennis en ervaringen die je in je langdurige periode hebt opgedaan ruimschoots meegedeeld in onze kring, we hebben daar altijd van mogen meeprofiteren en ook kunnen vaststellen dat het een goede zaak is om iemand in je midden te hebb'en die zolang heeft meegedraaid, dat die zo langzamerhand alles wel eens heeft meegemaakt. En dat had ook zijn weerslag op jouw houding en laten we zeggen deelname aan de discussies die we in deze kring hadden. Ik heb geprobeerd te karakteriseren hoe we dat zouden moeten zien, en ik ben na enig nadenken gekomen tot de term luidruchtige bescheidenheid. Dat mag dan een contradictie lijken en misschien ook niet helemaal aansluiten bij het idee dat de meeste leden van de raad hier over jou hebben, als het gaat om vergader- technieken, maar in zo'n kringetje als van de secretarissen kun je je natuurlijk altijd iets anders opstellen, hoewel het punt luidruchtig- heid toch enige toelichting behoeft denk ik. Je hebt geen uitermate bescheiden stemgeluid, met name de luide lach neemt daar een belangrijke plaats in. Ik heb zelfs boze tongen horen beweren dat het je zelfs in deze raadsvergaderingen af en toe moeite kost om aan het klassieke beeld van de fluisterende gemeentesecretaris te beantwoor- den. Haar dat zijri alleen maar boze tongen, dat kan ik zelf niet staven. Iedereen mag het voor zichzelf invullen, zou ik zeggen. En die bescheidenheid, ik zou zeggen bescheidenheid is een mooie eigenschap, als je hem maar bescheiden toepast en dat is precies wat jou altijd goed gelukt is. Je hebt over het algemeen, wanneer wij pro- blemen van de dagelijkse gang van zaken aan de orde hadden, bepaald 29 november 1988

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1988 | | pagina 8