WE 22 februari 1990 nr 13
BESLUIT
de bedragen als bedoeld in artikel 102, le lid, onder a
tot en met d van de Wet op het Basisonderwijsvoor het
kalenderjaar 1986, als volgt vast te stellen;
a. werkelijke uitgaven
(art, 102, lid 1, sub a WBO) 390.636,37
bbedrag van voorlopig beschikbare
vergoeding (art. 102, le lid, sub c WBO)/ 300.420,47
-bedrag waarmee de beschikbare vergoeding
de uitgaven overschrijdt
-bedrag waarmee de kosten de voorlopig
beschikbaar gestelde vergoeding
overschrijden f 90.215,90
c. bedrag van aanvullende ontvangsten
artikel 102, lid 1, sub c WBO)
d. staat van getroffen voorzieningen ten
behoeve van het openbaar basisonderwijs
artikel 102, lid 1, sub d WBO)
-vernieuwing/vervanging/onderwijsleerpkt
storting f 47.190,09
onttrekking f
Heemstede, 22 februari 1990
De raad voornoemd.
ris
De voorzitter,