29 maart 1990 nr. 20 VASTSTELLING NIEUW RAMPENPLAN Heemstede, 13 maart 1990 Aan de raad, In uw vergadering van 28 augustus 1980 stelde u een gemeen- telijk rampenplan vast. Dit plan, dat was gebaseerd op de tijdelijke Wet Rampenplannen, was vrij summier en had ook niet de instemming van Gedeputeerde Staten. Met de komst van de Rampenwet 1985 kwam de definitieve basis voor de rampenbestrijding en is een nieuwe periode aangevangen met betrekking tot de wijze waarop de overheid zich kwijt van haar taak op het punt van de openbare veiligheid. De zorg om de bestrijding van rampgevolgen voor te bereiden is voor het grootste deel neergelegd bij de gemeentelijke over- Volgëns artikel 3 van de Rampenwet stelt de raad voor het hele gebied van de gemeente een rampenplan vast. Blijkens artikel geeft het rampenplan de contouren aan van de gemeentelijke rampbestrijdingsorganisatie, waarin brandweerpolitie, dis- trictsgezondheidsdienst, het Rode Kruis, eventueel het korps Mobiele Colonnes en gemeentelijke diensten samenwerken volgens tevoren gemaakte afspraken. Burqemeester en wethouders zijn belast met de voorbereiding van de rampbestrijding in de gemeente. Tot die voorbereidmg zijn te rekenen het ontwerpen van het rampenplan, het uit- werken van onderdelen van dat plan waar dat wordt vereist, het houden van oefeningen en het tot stand brengen van afspraken die nodig zijn voor een doelmatige rampbestrijding (ar- tikel 2) De nieuwe wetgeving, de inmiddels gewijzigde inzichten en de behoefte om de gemeentelijke rampenplannen in de regio op elkaar afgestemd te houden, heeft het bestuur van de Regionale Brandweer Kennemerland een nieuw planmodel doen ontwikkelen ter herziening van de bestaande, ook in de andere gemeenten bekritiseerde rampenplannen in de regio. Dat modelplan îs inmiddels met goed gevolg getoetst door het provinciaal be- stuur en heeft als basis gediend voor een nieuw rampenplan ter herziening van het huidige plan. Een overweging bij het ontwerpen van het voorliggende plan is qeweest dat een rampgebeurtenis al spoedig zodanig van omvang zal zijn dat het eigen gemeentelijke potentieel ontoereikend zal zijn om aan het plan een adequate uitvoering te kunnen geven. Bijstand van een regiogemeente ligt dan voor de hand en voor een vlotte samenwerking zijn een identieke organisatie- structuur en zo mogelijk gelijke inrichting van de stukken dan van bijzonder belang. - 1 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1990 | | pagina 7