Tiiïâ"Î.ÜLÏÏ; artlk*183 van a* "5™'*ne b"r5,r-
APZ 27 september 1990
nr85
12
13
15
16
11. bij een privaatrechtelijk lichaam als bedoeld in artikel
A1?emen® ^urgerlijke pensioenwet, waarvan de
aanwijzing als zodanig op voordracht van de minister van
tiaînaijs en "etenschappen is geschied, dan wel de bekos-
pnwf °5 ^edeeltelijk door de minister van Onder-
wijs en Wetenschappen plaats heeft, waarbij mede in
aanmerking komt de tijd doorgebracht in een betrekking
aan bovenbedoelde instelling die voorafgaat aan de aan-
aan de door de minister van Onderwijs en Wetenschappen of
de gemeente bekostigde schoolbegeleidingsdiensten;
b.Htfn?» h *ekosti9de "ederlandse scholen in het
buitenland en bi3 door het Rijk erkende scholen in de
n w?! G en voormali<?e overzeese gebiedsdelen;
educatie;nStellin9 bed°eld in de Rij^sregeling Basis-
bij een instelling als bedoeld in de Wet op de onderwiis-
vcrzorging; alsmede de tijd gedurende welke
de beianghebbendB als dienstplichtige in Nederlandse
litaire tJlenst was, dan wel vervangende dienst heeft
dienst? bed°eld in de Wet gewetensbezwaren militaire
17^?aan!?vgh®bbende in het genot is 9eweest van een ont-
slaguitkenng vanwege het Ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen, het Ministerie van Landbouw en Visserij of
van de gemeente, voor zover deze ontslaguitkering werd
kingfen deMjfwe^ke^ ^5139 onderwij=beirek-
18h^bÄhebbende heeft gewijd aan de verzorging van tot
het huishouden van belanghebbende behoren 0- tot 4-jariqe
tot?ni S 5" of Pleegkinderen, tot een maximum van in
totaal zes jaren (verzorgingstijd)
met dien verstande dat,
KÜ?.^nStelKing VOOr een bePaald aantal uren per week
dienst-963 wordt aan een aanstelling in volledige
b' biiehetdhLdleHSttljd 1° aanmerking wordb genomen welke
bij het bevoegd gezag desgevraagd is opgegeven binnen 1
maand na de datum waarop de aanstelling is ingegaan?
van dë ??g?geT?n diensttijd wordt voor het vaststellen
vande afvloeiingsvolgorde niet meer in aanmerking geno-
C' H-jH!!IB?nl?OP Va? bovengenoemde betrekkingen of situaties
d? daarin doorgebraobte diensttijd voor de toepassing van
de afvloeiingsregeling slechts eenmaal meetelt. De
ee?nn t nlet aaneengeel°ten te zijn. Is men in
h?nfK reKklng a bedoeld onder 1 t/m 15 aangesteld en
heeft men gedurende die periode buitengewoon verlof
genoten als bedoeld in het Rechtspositiebesluit onder-
wijspersoneeldan telt die verloftijd als diensttijd
4