204
25 oktober 1990
Het stuk wordt zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving
aangenomen
2. Brieven van bestuur ûnderwi.jsstichting Coilege Hageveld d.d.
27-4-1990 en 12-9-1990 houdende subsidieverzoek lnzake
informatiesysteeni beroeps- en opleidingskeuze.
Burgemeester en wethouders stelien voor het verzoek af te
wi.jzen.
De heer Swinkels merkt op, dat de CDA-fraktie dit een waardevoi
pro.jekt vindt en het niet eens is met het voorstel om het subsidiever-
zoek af te wijzen. Sprekers fraktie is van mening, dat een goede
oriëntatie op beroepskeuze en opleidingsmogelijkheden belangrijk is.
Vooral als dit gebeurt met eigentijdse middelen, die de leerlingen
ongetwijfeld zullen aanspreken. In het voorstei wordt er van uitgegaan
dat deze beslissingsprocessen met een personai computer worden
ondersteund. Voorts wordt met zo'n projekt een aantal onderwijskundige
en maatschappelijke belangen gediend. Een goede objectieve oriëntatie
op beroepen en opleidingen door jongens en ook door meisjes heeft ook
een emancipatorische waarde. Het college Hageveld verwijst naar een
geli jksoortige aanvraag van het Coomhert-lyceum, die wel is gehono-
reerd aan het begin van dit jaarEn ofschoon daar geen rechten aan
ontleend kunnen worden, vindt de CDA-fraktie het een beetje bizar, dat
een school buiten de gemeentegrens vier jaar lang f. 1.000,— krijgt en
dat men niets over heeft voor het voortgezet onderwijs binnen de
gemeente in een min of meer gelijksoortige situatie.
Als belangrijkste argument in de commissie gold, dat het projekt op het
Coomhert-lyceum exclusief gericht was op meisjes. Daardoor zou er
sprake zijn van een emancipatieprojekt. Sprekers fraktie denkt, dat
emancipatie twee kanten heeft en deze zijn beide terug te vinden in het
voorstel van het College Hageveld. Ook is sprekers fraktie van mening,
dat de beantwoording van het verzoek wel erg lang op zich heeft laten
wachten. De subsidie-aanvraag is reeds een half jaar geleden binnen-
gekomen. De CDA-fraktie wil dit subsidieverzoek graag honoreren, al was
het maar voor een klein deel, zoals een eenmalige subsidie of een
bijdrage in de investeringskosten. Op zijn minst zou sprekers fraktie
n°g oena een keer willen bespreken hoe in de toekomst dit soort
verzoeken van het eigen voortgezet onderwijs dienen te worden behan-
deld.
De heer Van 't. Hof merkt op, dat dit onderwerp in de comnissie
uitvoerig aan de orde is geweest. Ook daar is het argument gehanteerd,
dat het merkwaardig is, dat een school buiten de Heemsteedse grenzen
wel subsidie krijgt en binnen Heemstede niet. Opgemerkt moet daarbij
natuurlijk wel worden dat het aantal leerlingen, dat net over de grens,
op de bewuste school de lessen volgt, voor een groot gedeelte Heem-
steedse leerlingen zi.jn. Als het gaat om de waarde van het projekt,
zoals de heer Swinkels zegt, oriëntatie op beroepsmogelijkheden en'
opleidingen, dan kan spreker dit beamen. Natuurlijk is dit belangrijk.
Het gaat er alleen om op welke wijze men het voor leerlingen toeganke-
lijk krin maken en sprekers fraktie is op dit moment van mening, dat de
mogelijkheden om leerlingen daarmee in kontakt te brengen voldoende
aanwezig zijn. Bovendien wil spreker nog weer eens herhalen, dat aLs er
gesproken wordt over subsidie aan het bijzonder onderwijs, dAt sprekers
fraktie dat dan graag wil beschouwen als een subsidie-aanvraag op grond
van financiële gegevens en niet op grond van het feit, dat het projekt