APZ
20 december 1990
nr126
- de verdere voorbereiding van een jumelage op te dragen aan
een werkgroep;
- de Heemsteedse Kring voor Internationale Vriendschap uit te
nodigen haar structuur zodanig te wijzigen dat een tweeledig-
heid in contactorganisatie mogelijk wordt.
Het comité is van oordeel dat er niet aan valt te ontkomen dat
de gemeente een vrij belangrijk bedrag ter beschikking stelt als
tegemoetkoming in de kosten die Polen moeten maken voor het
reizen naar het westen.
Het rapport van het Jumelage—comité is uitvoerig besproken in
vergaderingen van ons college. Daarbij kwam twijfel naar voren
over de vraag of van voldoende draagvlak in de Heemsteedse
samenleving is gebleken. Ook rees de vraag of in verband met de
grote veranderingen in Oost-Europa thans een stedenband met een
gemeente in Polen moet worden aangegaan. In verband met een en
ander heeft ons college op 22 november jl. een gesprek gehad met
het comité.
Vervolgens heeft de burgemeester ons een nota met betrekking tot
dit onderwerp doen toekomen. Deze nota ligt, evenals het rapport
van het comité en het verslag van de bespreking, voor u ter
inzage
°P grond van een en ander zijn wij tot de volgende slotsom
gekomen
Enerzijds blijft het voor ons de vraag of er voldoende draagvlak
binnen de Heemsteedse samenleving aanwezig is voor het aangaan
van een officiële jumelage. Anderzijds is in het huidige tijds-
gewricht - nu de politieke situatie in Oost-Europa zozeer is
gewijzigd en de noden aldaar zo schrijnend zichtbaar zijn gewor-
den - naar ons oordeel een jumelage ook niet het geëigende
middel om onze betrokkenheid met het wel en wee in Oost-Europa
kenbaar te maken.
Momenteel bestaan er vanuit Heemstede verscheidene contacten met
landen in Oost-Europa. Het lijkt thans meer voor de hand te
liggen om daarbij aansluiting te zoeken en die contacten van
gemeentewege te stimuleren en zo nodig te coördineren. Een
beperking tot Polen past daarbij uiteraard niet.
Dat het in de loop van de komende jaren tot een hechtere band
met een plaats in Polen of elders zou komen, dient hierbij niet
te worden uitgesloten.
Hoe het vorenstaande vorm kan krijgen, kan ons inziens het beste
worden bezien door een werkgroep. Deze dient in eerste instantie
de bestaande contacten te inventariseren en vervolgens aan ons
college te adviseren omtrent de ondersteuning van die contacten
en eventuele nieuwe initiatieven.
2