te voordeliger uitkwam,. Tennyson laat in zijn geducht 'Locksley Hall'de spreker zeg gen: "Woman is the lesser man, and all thy passions matched with mine are as moonlight unto sunlight, and as water unto wine De Victoriaanse man vond dergelijke uitingen volkomen normaal en de Victoriaanse vrouw had in het algemeen geen bezwaar tegen deze visie. Tennyson's gedichten gaven de uitgevers nooit zorgen dat zij er bij zouden kunnen verliezen. Uitzonderlijke vrouwen zoals de Brontë-sisters en George Eliot kon men slechts node aanvaarden. Hugh Walpole beschrijft in zijn "Herries Chronicle" het Vic toriaanse type vrouw reeds omtrent de wending der eeuwen: 'It was a period when women enjoyed and fostered all the artificialities that might give them an important place in a world designed entirely for men. Vapours were the order of the day for the majority of God's females. If they could not rouse-attention by one manoeuvre they would rouse it by another.' (13) Het is opmerkelijk in de illustraties van de boeken van Dickens (Household Edition, illustrated by Barnard),dat ve le vrouwen tegen iemand aanleunen en ongetwijfeld zouden zijn omgevallen indien dat niet het geval ware. Het zijn steeds de lieve, hulpeloze, de Tennyson-types De onvergelijkelijke Betsy Trotwood bijv. staat altijd kaars recht De vrouwen die op vallen staan bevinden zich steeds in een situatie die ze niet aan kunnen, of de liefde is in het spel Een voorbeeld ,in Dickens van een huilerige vrouw is Mrs Gummidge. "She was always wimicking". Zolang er niets schokkends gebeurt in de kleine kring der Peggotty's w.io zij is opgenomen, brengt zij haar dagen door met grienend zelfbeklag. Maar zodra de rampen zich over het gezin uitstorten wordt Mrs Gummidge een ander mens. En straks stuurt Dickens haar met het hele stel Micawbers en Peggotty's naar Australië als een blijde humorist, die op de 13

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1961 | | pagina 17