boot nog een huwelijksaanzoek krijgt van de kok, die zy prompt
een emmer water over zijn hoofd giet ter bezinning»
Het was dus hier opnieuw de aandacht voor de naaste die van
Mrs Gummidge een ander mens maakte.
Voor wij overgaan tot de conclusie waartoe onze beschouwin
gen ons hebben gevoerd, dienen wij te bedenken dat by Dickens
het laatste woord over tranen zeker niet is gezegd,
Dickens had een uitermate scherp waarnemingsvermogen, maar
hy was geen denker, Hy beschrijft de materiële wereld, doch
niet de wereld van de geest, Hy ziet alle menselijk tekort en
falen in het sociale vlak, horizontaal, Er is bij hem geen
hoogte of diepte.
Als iedereen nu maar goed en vrygevig was jegens een ander
zou het hier op aarde een paradijs zyn. Vandaar zijn behoefte
aan "happy endings", Aan het einde van zijn boeken moet ie
dereen min of meer gelukkig zijn.
Dit verlangen, dit heimwee naar een geluksstaat is ons inge
boren, Daarom geven de boeken van Dickens ons een gevoel van
bevrijding» Heerlijk, het komt alles in orde,
Maar in de realiteit komt lang niet alles in orde; evenmin
als dat de deugd altyd wordt beloond, althans niet aanwijs
baar behalve in een gerust geweten,
Van de diepere zin van het lijden heeft Dickens weinig begre
pen» Dat er tranen zijn die hier op aarde nooit worden ge
droogd, lezen wy niet in zijn boeken.
Het was niet speculatief; abstract, metaphysisch denken was
hem vreemd.
De geringe scholing van zyn geest is één der oorzaken hier
van, Wat wist hij van de geschiedkundige wording en samen
hang van het Europese denken? Van de Europese bestaansvor
men?
'Voor Dickens', zegt Sylvère Monod, 'bestond de wijsheid van
onze voorouders uitsluitend uit; 1 Onwetendheid, 2» Bijge
loof, 3» Het Schavot, 4* De brandstapel, 5 Foltering,
6. Gemeenheid, 7° Ziekte.' (14)
In zyn Child's History of England ziet men deze mening gro
tendeels bevestigd» Het ontbrak Dickens aan geschiedkundige
kennis» Het verleden is voor hem louter verwerpelyk; hy'
schaart zich aan de kant van het altijd verdrukte volk. Maar
14