5
MOVING PROM "THE LEAKING TAP" to "ZOMERZORG".
Toen wij, vijf jaar geleden, "Kraantje Lek" als verzamelpunt
kozen, behoorde de uitspanning tot de stilste oorden van
Nederland. Men hoorde er niets dan het ruisen der eeuwen
oude olmen, de lokroep van de gekuifde rietvink en het bal
deren van knoet, kuilpik en generfde keutelaar.Wie er over
dag kwam, vond een verbijsterd kind op een schommel en bin
nenin een eenzelvig jager, die in de „opkamer" een ogenblik
verpozing zocht. Bij het vallen van de schemering gingen de
luiken voor de ramen en begaf de ober zich opnieuw naar zijn
ledikant, dat hij slechts voor deze handeling verlaten had.
In plaats van hierover blij te zijn, kwam de eigenaar op de
onzalige gedachte de toeloop te bevorderen. Hij hing lanta
rens aan het hek, verving de houten stoelen door kleurig
plastic, bracht neon verlichting aan en kocht een radio.
Gedreven door het instinct voor het inferieure, dat de ge
middelde cafébezoeker kenmerkt, stroomden de horden toe. De
fellowship, die aanvankelijk de opkamer bezette, zag zich al
spoedig naar het benedenvertrek gedreven en moest tenslot
te met de schuur genoegen nemen, Bruiloften en partijen bras
ten binnen de gewijde muren, er klonk getier en ruwe scherts.
De tweemaandelijkse stroop-pannekoek, waarop het etablisse
ment tot nu toe gedreven had, werd de sluitpost van een
woest gelag, een te verwaarlozen aardigheid van enige zon
derlingen. Men hield op ons te begrijpen en de kellner, die
de pannekoek voor ons neerzette, kon somtijds een meewari
ge glimlach niet onderdrukken. Onder deze omstandigheden
begon het Bestuur naar een gelegenheid te zoeken, waar wij
opnieuw zouden begrepen worden. Het meent deze gevonden te
hebben in "Zomerzorg" te Bloemendaal, alwaar de eigenaar,
bijgestaan door stil en fijnbesnaard personeel, ons met open
armen ontvangen heeft. Hoe lang het hier goed toeven is,
valt met de steeds toenemende bevolkingsdichtheid niet te
zeggen. De lezen zien althans op de eerste vergadering met
voldoening terug. Een lichte weemoed om wat in „Kraantje
Lek" verloren ging, zal bij menig hunner gerezen zijn, Zij sul
len echter tevens inzien, dat wij ons daar niet langer hand
haven konden zonder naar de holle boom verwezen te worden,
G.B.