de woorden? „liever in the history of European letters was it
so difficult for a man to say what he would and to "be heard."
Men moest dus op gebied van fiction op 't "bovengenoemde gen
re terugvallen. THACKERAY maakt in zijn voorwoord tot zijn ro
man „PENDENNIS" hier enkele opmerkingen over. Hij spreekt
hier een persoonlijk woord tot zijn lezers? hij is hier recht
op de man af. Hij moet z'n gemoed luchten? 't is een klacht.
Om nu tot Dickens terug te keren? Laten we nooit' vergeten dat
Dickens een vurig bewonderaar en navolger was van Smollet?
And like Smollet he was on the look-out for some oddity,
which for his purpose he made more odd than it was. More odd
than it was. Hier komen we tot een andere karakteristiek van
Dickens's werken. Zo juist hebben we 't aanvallen van mis
standen en wat daar bij behoort genoemd. Nu komen we tot het
punt de overdrijving en de caricatuur» CHESTERTON besteedt in
z'n biografie van Dickens vrij veel aandacht aan deze overdrij
ving en de artistieke waarde daarvan? Hij zegt o.a.
"Exaggeration is the definition of art. Dickens overstrains
and overstates a mood our period does not understand^ en in
verband hiermede gaat hij verders There is plenty to carp at
this man, if you are inclined to carp^ you may easily find
him vulgar if you cannot see that he is divine and if you
cannot laugh with Dickens you can undoubtedly laugh at him."
RUSKIN zegt van deze overdrijving in de caricatuur?
„The essential value and truth of Dickens' writings have been
unwisely lost sight of by many thoughtful persons, merely
because he presents his truth with some colour of carcature»
verder spreekt hij van „brilliant exaggeration"". Wie verder
wil lezen over Dickens en de caricatuur moge ik verwijzen
naar het essay van ons medelid de dichter HARRY PRENEN?
Dickens en de caricatuur. In deze studie komt Prenen o.a.
tot de volgende uitspraak? „Dickens was een uitbundige en e-
norme overdrijver en toch niet extreem."
Vinden we nu deze aspecten van de kunst van Ch.Dickens in
zijn werk Hard Times? N.l. de aspecten hier boven genoemd?
het aanvallen van misstanden, sociale kritiek, de overdrijving
en de caricatuur? Om met de laatste twee te beginnen en la
ten we ons tot personen beperken en de caricatuur der situa-
149