180
in het uitbetalingskantoor van de Marine» Zijn moeder heette
Elisabeth Barrow. Van haar familie heeft hij waarschijnlijk het
schrijftalent geërfd, want hij vertelde dikwijls dat zijn groot
moeder van moeders zijde zo prachtig-verhalen kon vertellen,
Zijn moeder leerde hem lezen en, zoals dat toen gebruikelijk
was, de eerste beginselen van het Latijn» Hij heeft zijn ouders
beroemd, maar ook belachelijk gemaakt in de figuren van Mi-
cawber en MrsNickleby
John Dickens had bekwaamheden, zo was hij b.v. 'n goed steno
graaf bij de Pariementsverslagen in Londen, (een werk dat
Charles later ook voortreffelijk deed) maar hij had geen door
zettingsvermogen en trok zich weinig van mislukking aan» Of
schoon het gezin daardoor armoe leed hield Dickens veel van
zijn vader en verontschuldigde zijn tekortkomingen altijd. La
ter heeft hij nogal last van hem gehad, daar hij er, evenals
Dickens' broer Alfred, minder fraaie praktijken op nahield om
aan geld te komen. Hij zag er niet tegenop, om een cheque te
vervalsen, die op Chax-les naam stond en ook verkocht hij hei
melijk bladzijden uit Charles' manuscripten. Dat Dickens zelf
zo'n eerlijk man geworden is, is een speling der Natuur, want
zijn grootvader van moeders kant was een embezzler" dat is
een verduisteraarvan gouvernementsgelden en d.at nog wel op
zo grote schaal dat hij naar het vasteland moest vluchten. Het
is misschien een gedeeltelijke verklaring voor het zwakke ka
rakter van de meesten van Dickens' zeven zoons, dat zij af
stamden van twee onbetrouwbare grootvaders»
Over zijn moeder spreekt Dickens nooit met sympathie. Ik denk
dat deze vrouw, met een groot gezin en een man zonder ver
antwoordelijkheidsgevoel, niet erg opgewekt zal zijn
geweest en getracht zal hebben haar kinderen tot wat meer
ernst op te voeden, wat dezen niet waardeerden»
Dickens heeft tot zijn negende jaar in Kent gewoond en is zijn
hele leven aan die streek gehecht gebleven. Hij IvO cht in 1856
Gads Hill Place, een groot huis met een flink terrein er bij
en heeft daar tot zijn dood in gewoond.
Het verhaal gaat dat hij er eens bewonderend naar heeft opge
keken toen hij er als kind met zijn vader langs kwam en dat
deze toen gezegd heefts „Als je maar altijd goed je best doet
en hard werkt kom je misschien later nog wel eens in zo 'n