198 CHAPLII EN DICKENS Voor de 143e jaarlijkse bijeenkomst van The Dickens- Fellowship ter- herdenking van 's schrijvers ge boortedag had men 'de gelukkige gedachte gehad als ere-gast uit te nodigen Charles Chaplin, de man wiens werk men immers in veel opzichten zo vaak aan. dat van de grote schrijver verwant heeft ge noemd O Een record: aantal leden- van the Fellowship, meer dan 300, waren op die "7de februai"i naar Londen gekomen om deze bij zondere- gebeurtenis m-ee te maken» De president van The Dickens Fellowship, The Ft» Hon. The Earl Jowitt verklaarde bijzonder verheugd te zijn Mr. Chaplin te mogen welkom heten en. dankte hem dat deze de lange reis van Corsier sur Vevey naar Londen had willen ondernemen om aan de uitnodiging van het bestuur gehoor te kunnen geven» Ik heb mij afgevraagd vervolgde de voorzitter, in welk op zicht een groot kunstenaar, onverschillig of zijn medium li teratuur, muziek, beeldende kunst, toneel of film is, zich onderscheidt van ons gewone mensen» Allereerst, welke capa citeiten, welke hoedanigheden moet een groot kunstenaar de zijne 'kunnen noemen? Hij moet, zoals Dickens, beschikken over een onbegrensde vitaliteit» hij moet de techniek van zijn kunst volkomen beheersen:; hij dient de gave van het observe ren- te bezitten, om dingen op te merken waaraan een gewoon mens voorbij- gaat-» hij moet beschikken over verbeeldingskracht en fantasie^ maar hij moet bovenal belangstelling hebben voor zijn medemensen en voor de maatschappij waarin wij leven. Al deze dingen bezat Charles Dickens, en als ik mij de vraag stel wie van de huidige generatie van kunstenaars Dickens in al deze opzichten het dichtst nabij komt aarzel ik niet de naam van die andere Engelsman, die andere Charles te noemen, die van onze eregast van hedenavond» Immers Mr. Chaplin is zonder enige twijfel een meester in zijn vak, zijn vitaliteit en -werkkracht zijn ongeëvenaard en zijn mensenkennis doet dank zij zijn indringend observatie-vermo-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1964 | | pagina 4