IR A DUTCH BOTTLE Het hieronder volgende citaat is genomen uit een "brief van Amalie Dietrich aan haar moeder,, in Londen geschreven op 30 juli 1870, drie weken na Dickens' doodj de dag waarop de Frans-Duitse oorlog uitbrak» Uit "Amalie Dietrich, een vrouwenleven" door Charitas Bischoff, bewerkt door Cl.Bienfait, uitg.H.Honig, Utrecht -■ 1914 Verbeeld u eens, laatst nam Mevrouw Buxton mij mee, naar den be roemden romanschrijver DickensV/at vond ik dat heerlijk! In Wolfenbtittel had ik in de vacantie een paar van zijn romans gelezen. Als u zijn boeken niet kent, kunt u er u geen voor stelling van maken, hoe hij schrijft. Vooral éên roman vind ik prachtig! "David Copperfield"Ik kan me zoo goed in het lijden van dien armen kleinen jongen verplaatsen, ik voelde met hem mee, toen hij uit die drukkende omstandigheden verlost werd. Ik sprak er met Mevrouw Buxton over en die vertelde me, dat er veel in het boek voorkwam, dat waar gebeurd was. Ru verlangde ik nog veel meer, om dien man, die zooveel in het leven onder vonden had, en die door zijn boeken zoo'n groote betooveringrp me had uitgeoefend, zelf te zien. Hoe dankbaar was ik Mevrouw Buxton, dat ze me dien avond meenam. Op weg er- heen vertelde ze me, dat Dickens net van een reis naar Amerika was teruggekomen, waar hij met voorlezen van zijn romans schatten verdiend had. Ru zal hij hier ook een reeks voorlezingen houden. Hij noemt ze zelf "Af scheids-lezingen"want het is zijn plan zich terug te trek ken, omdat hij lijdende is. Toen we op de plaats van onze bestemming kwamen, traden we een reuzenzaal binnen. Je kon zien, dat de menschen Dickens opge wonden en vol verlangen verwachtten, een stemming, die zich da delijk meedeelde. Toen kwam hij! Een storm van bijval donderde door de zaal, een gejubel zooals ik nog nooit had bijgewoond. Ik was zoo onder den indruk, dat ik moest schreien, want ik stelde me voor, hoe hij zich wel voelen moest, als hij zich op dit oogenblik zijn moei lijke jeugd herinnerde. Hij, die eens hongerig en hunkerend naar liefde, in dit zelfde groote Londen gebrek had geleden, stond 235

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1964 | | pagina 17