DICKENS AND ROCHESTER In Rochester heeft de fameuze Engelse koning Hendrik VIII zijn vierde bruid, Anna van Kleef, ontmoet. Ik herinner mij nog van een geschiedenisles, zoveel jaar geleden, het pikante verhaal, Hendrik was namelijk verliefd geworden op een schilderijdat (ik meens Hans Holhein van Anna had gemaakt. Blijkbaar vertrouwde de koning zó op de portretkunst van de kunstenaar, dat hij be sloot het Duitse meisje zómaar, ongezien, als zijn koningin naar Engeland te laten komen. De ontmoeting in levenden lijve viel echter niet mee. Anna van Kleef was niet zo héél mooi, ze had een gezicht vol pukkeltjes^ met de verliefdheid van Hendrik was het dan ook gauw gedaan en het duurde niet lang of er werd een vijfde bruid geëngageerd. De eerbiedwaardige 13de eeuwse kathedraal heeft die vervelen de ontmoeting op korte afstand kunnen gadeslaan en als je er nu op zo'n stille zondagmiddag doorheen loopt in het zachtflorike- rend licht van gebrandschilderd glas,langs graftomben met uit gestrekte bisschoppen en kardinalen van glanzend albast, uit gesleten treden op en af van het hooggelegen koor en de sombe re krypt, onder het bontbeschilderde pijpenwoud van het orgel door, hoor je de stenen zuchten. Een klein jongetje met een keurig gevouwen lange broek stond naast zijn vader voor een koperen plaat in het zuidertransept, dat daar is aangebracht ter ere van de schrijver Dickens, "to connect his memory with the scenes in which his earliest and his latest years v/ere passed". Zo heeft ook de kleine Charles eens naast zijn vader in deze kerk gestaan op hun vele zondagse wandelingen in en om Rochester, Toen ik weer buiten kwam was de zon achter wolken verdwenen. Door een romantisch poortje kwam ik in High Street terug met zijn vele ouderwetse huizen. Eén ervan, met drie topgevels en een sierlijke lantaarn boven de deur, is een heel merkwaardig instituut, dat in 1579 werd gesticht om als onderdak te dienen voor "zes arme reizigers". Eeuwenlang werd iedere dag een zes tal behoeftige reizigers - elke dag een ander zestal - uitver koren om er een nacht door te brengen, een warme maaltijd te ge bruiken en vier penningen in ontvangst te nemen. Op kerstavond in 1854 heeft Charles Dickens - die toen al een man in bonis was - zes van zulke "poor travellers" getrakteerd opkalkoen en 237

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1964 | | pagina 19