biefstuk. In de nabijgelegen Pickwickse herberg (The Bull Inn,
die bestaat nog, maar bleek deze zondagmiddag gesloten) werden
de gerechten klaargemaakt^ Dickens droeg de dampende schotels
zelf van de kok naar het huis der liefdadigheid en "liet een
heel spoor van lekkere geur achter^ het publiek op straat bleef
stilstaan om ervan te genieten." Twee jaar na die gedenkwaar
dige gebeurtenis kocht Charles Dickens het voorname herenhuis
Gad's Hill Place, enkele kilometers ten westen van Rochester,
op een heuvel tegenover de herberg die naar Sir John Pal staff
is genoemd. De vorige week vertelde ik hoe Charles Dickens al
sinds zijn vijfde jaar van dit huis droomde! Misschien hield hij
er vooral van omdat Gad's Hill vanouds bekend stond als de
plaats waar straatrovers, onder leiding van Pal staff, rijke pel
grims naar Canterbury plachten te bestelen.
Met een groene doubledecker reed ik over de Me away het Kentse
heuvelland in. Het gaf me een vreemd, warm gevoel toen ik bij
Dickens' droomhuis afstapte. Het staat daar statig achter een
flinke voortuin, van de drukke verkeersweg nauwelijks te zien
door dicht struikgewas en een eng-getralied hek. Ernaast, aan
de rechterkant, is een meisjesschool (vandaar ook het bord met
de waarschuwing "School Children Crossing"). Ik opende een van
de zware hekdeuren, liep over een grindpad naar het overdekte
middenbordes en duwde op een belknop. Een oude dame deed voor
zichtig open, keek mij aan alsof ik de moderne Palstaff was.
"Het huis van Charles Dickens bezichtigen? Maar er is niets
meer te bezichtigen, sir! Particulier bezit, géén museum."
Perskaart, onberispelijke Engelse volzinnen, niets hielp, de ou
de dame was onverbiddelijk. Zij vertrouwde mij blijkbaar niet en ik
wilde haar ook niet langer tot wantrouwen aanleiding geven.
"I am so sorry, Madam, good-bye Madam". De deur ging dicht en
ik liep terug naar het tuinhek om tenminste nog één foto van
het huis-van-buiten te nemen.
Op de 8ste juni 1870 had Charles. Dickens nog een paar brieven
geschreven en proeven nagekeken van werk, dat de volgende dag
naar de drukker in Londen moest. Tijdens de maaltijd opperde hij
de idee, zelf die avond nog naar de grote stad te gaan, Zijn
schoonzustertegenover hem, merkte óp dat hij er bijzonder
slecht uitzag. "Een uur geleden ben ik vrat ziek geworden", zei
hij. Kort daarop begon hij wartaal te spreken. Toen hij zich, aan
de arm van de schoonzuster, naar zijn slaapkamer begaf wankel-
238