SIXTY YEARS AFTER In januari 1905; drie jaar na de stichting van de :iDickens Fellowship", verscheen het eerste nummer van "The Dickensian", onder redacteurschap van B.W.I-ïatz, die nog steeds als de groot ste Bi ekens-kenner van alle tijden geldt. Op dat ogenblik had de Fellowship reeds 6.500 leden en dertig "branches. Oorspronkelijk was F.G.Kitton als hoofdredacteur aange vezen, maar hij stierf kort tevoren. Een groot verlies. Kitton "beoefende ten opzichte der Dickensologie de "petite histoire". Hij kon weken besteden aan de opsporing van een zakdoek, die den Meester had toebe hoord en er bestaat van zijn hand een monografie over het leven van "Dick", een raaf, die Dickens toebehoorde en waarvan Kitton de eetgewoonten in niet minder dan 30 bladzijden beschrijftAch ter in hef boekje staat een "List of words" s die de vogel bij machte was uit te spreken, waarvan er sommige met een sterre tje staan aangeduid, hetgeen betekent dat Dick deze woorden wel zelden sprak, maar niettemin aanwijsbaar had uitgebracht. In deze gevallen worden ook de datum en..... een getuige vermeld, want Kitton bezat, ofschoon zijn terrein begrensd was, een we tenschappelijke geest en ging ongaarne over éên nacht ijs. Hoe zou de "Dickensian" er hebben uitgezien, als hij was blijven le ven? Hier opent zich een verrukkelijk visioen. Maandelijks zou den de abonnês steeds meer en meer over steeds minder en min der zijn te weten gekomen, want een specialist is een man, who knows more and more about less and less, untill he knows every thing about nothing. Persoonlijk had ik dit toegejuicht. De we reld is vol van verstandige mensen, die ook redelijk schrijven. De typische angelsaksische vorm van krankzinnigheid, waarover Kitton beschikte, had een tijdschrift geschapen, dat niet alleen in een Pickwickian sense gelezen, maar ook geschreven was en die combinatie verviel door zijn dood. In de huidige Dickensian is ons slechts het eerste beschoren. Volgde dus Matz meer de grote lijn, die ook door zijn opvolgers Dexter en Staples werd aangehouden, toch valt over het eerste nummer nog duidelijk de schaduw van Kitton. Zo lezen wij een "letter to the Editor" van een zekere E,J.Collinsdie zich be zig houdt met de vraag, wie de "fat boy" uit Pickwick wel ge weest kan zijn. Hij gaat verschillende candiaaten na en verwerpt ze allen. Tenslotte komt hij aan de heer Richard Cockerill, een 221

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1964 | | pagina 3