van het meeste kwaad»
Zelf van opvoeding katholiek, keert hij zich ten eigen voor
dele tegen hen» Ergens zegt hij "Weet toch, dat wij ons alleen
voor vreedzame en wettig geoorloofde doeleinden verhonden
hehhen "om kort daarop de revolutie te ontketenen»» Ook dat
klinkt ons ook niet vreemd in het oor» Dan is er de propa
ganda met strooibiljetten, toespraken en blauwe cocarde. Wat
is de houding van de regering» Die neemt de leider niet au
sérieux, noemt hem een warhoofd en steunt de vrijwillige bur
gerwacht» Wij hadden voor de oorlog ook een burgerwacht» die
indentiek handelde. Wie zien wij na het uitbreken van het op
roer tot leidende figuren groeien Simon Tappertit, een lei
der van een wat wij nu noemen, ondergrondse knokploeg» Hugh,
losgeslagen jongen, wiens moeder nooit liefde heeft gekend»
De beschrijving van het oproer zelf is zeer indrukwekkend»
Hierhij gaan onze gedachten terug naar onze eigen oorlogsja
ren, waar de geruchten steedscoveral opdoken en dikwijls ge
loofd veerden. Ausweise» No popery. Juden nicht erwunscht.
Ik meen hiermede te hebben aangetoond, hoe Dickens met groot
talent en zeer kunstzinnig, het Gordonoproer levendig en-
waardig levensecht heeft geschreven»
Tenslotte Dames en Heren, wil ik U er op wijzen, dat Uw con-
vocatiebrief U beloofde, dat ons aller Jo B» U wat vertel
len zou over Barneby, Eudge. Hij heeft U in deze moeten te
leurstellen. Barneby Rudge en hier iets over vertellen......
Ons aller Jo is wel wijzer. Hij kent vele anderen, die dat nog
heter kunnen en om een hunner te noemen, Dickens himself.
(Uittreksel van een causerie door Jo Beek, gehouden in
Schapenduinen, oktober 1962)
261